Home / Liedjes / Een brief van het front

Een brief van het front


Geliefde ouders en famielje,
Ik ben nog levend en gezond;
Tot heden heb ik niet te klagen,
Al ben ik negenmaal gewond.
Ik mis een duim en ’n paar vingers,
Mijn linker oor en linker koon;
De Generaal die liet me halen
En gaf ’t kruis toen aan je zoon.

De oorlog maakt je onverschillig,
Soms weet je niet hoe of je heet;
Je voelt ’t zonnetje niet schijnen,
Je proeft niet wat je drinkt en eet.
Je blijft maar schieten, hakken, steken,
Totdat je man er is geweest;
Wanneer je slaapt ben je een engel,
En als je vecht ben je ’n beest.

Als ’n vriend van je hoort kreunen,
Die ligt te sterven in zijn bloed,
En als hij met gebroken oogen,
De groeten aan zijn moeder doet;
Dan zweer je dat je hem zult wreken,
Dan wor’ je gek van moord en brand,
Dan vloek je heel dien wreeden oorlog
En sterf je mee voor ’t Vaderland.

De loopgraaf van de naaste vijand
Is honderd meter van ons af;
We zorgen voor elkaars gewonden
En graven voor elkaar een graf.
We zingen soms dezelfde liedjes
Of ruilen wat tabak en brood,
Maar als de aanval wordt geblazen,
Dan schieten wij elkander dood.

Als dit mijn laatste brief mocht wezen,
Dan is ’t ook mijn laatste groet;
Dan moeten jullie je maar troosten,
Geliefde ouders, hou’ dan moed.
En als je op de doodenlijsten
Dan ook mijn naam gemeld ziet staan,
Dan moet je denken bij je eigen:
Mijn jongen heeft zijn plicht gedaan!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten