Home / Liedjes / Het is mal en toch hou je van mij

Het is mal en toch hou je van mij

(Davids/Morris 1922)

Lieveling, vele keren,
Loop ik zo aan jouw zij,
Zwijgend te prakkizeren,
Wat jij toch ziet in mij.
Ik zou een Willem Kloos willen wezen,
En dan dichtte ik jou een sonnet.
Als je nou mijn verzen zou lezen,
Werd ik zo in een dwangbuis gezet.
Ik wou Rembrandts kunst zelfs erven,
En dan roem voor jou verwerven.
Maar ik kan geen kippenhok verven,
Het is mal en toch hou je van mij.
Kon ik maar iets doen of laten,
Dat imponeren zou.
Zodat ze gingen praten,
Over die held van jou.
Ik wou dat jij van mij kon genieten,
Als een tweede Maurice Chevalier.
Maar ik lijk meer op Buster Keaton,
En je haalt er een reuze sof mee.
Voor een glimlach van jouw mondje,
Vloog ik graag een wereldrondje.
Maar ik word al zeeziek op een pontje,
Het is mal en toch hou je van mij.
Dienstweigering zou ik plegen,
Als je zei: ‘Dat is groot’.
Ik heb zelfs geen kans gekregen,
Want ik ben vrijgeloot.
Ik wou een werker zijn voor ons beiden,
Zoals iemand slechts werkt voor zijn vrouw.
Met jou samen armoede lijden,
En voor alles verliefd zijn en trouw.
In een schamel hutje buiten,
Waar slechts magere mussen fluiten.
Maar ik ben een sufferd met duiten,
Het is mal en toch hou je van mij.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten