[Refrein:]
Ik ben de badman met zijn fluitje,
ik ben de leider van het gemengde bad.
‘k Zie mooi en lelijk, mager, vet en uit een steeg van een flat,
maar in de zee worden ze allemaal toch nat.
‘k Zie blote armen, ‘k zie blote benen, ‘k zie ze
Tra la la la la la la la la la la
‘k Zie ze spartelen, “k zie ze dartelen, ‘k zie ze
Tra la la la la la la la la la la
Ik heb nou een mooi baantje daarin leer je mensen kennen
Ik ben de badman van het drukke strand.
En daag’lijks gaan en komen hier veel mensen
die baaien hier hun pootjes of liggen in het zand
En rijk en arm en chic en ook heel sjofel
die lopen, vliegen, dart’len langs me heen
Door ’t burgerpakkie heb je nog wat standen
maar in hun blote niksie aan ’t strand zijn allen één
[Refrein]
Daar heb je ‘dagjesmensen’, die komen alleen in zwermen
De pa, de ma, het kroost, plus neef en nicht
Ze stampen met z’n alle paden de grond in
En ma die brult verheerlijkt: “gooi nou de kuil maar dicht!”
Dan komt er in het groepje heel veel deining
Ma wil de zee in, in haar ondergoed
Dan hou ik gauw het fluitje bij het handje
want huppelt ma de zee in, dan is ’t meteen weer vloed
[Refrein]
Dan heb je nog de jongeren die liggen met z’n tweetjes
En duikt zo’n jongen onder met z’n griet
dan kijk ik voorzichtig in de verte
want badmannen verraden hun onderduikers niet!
En als ik veel te oud ben voor dit baantje
maak ik een schilderij van zee en strand
Daar ga ik ’s avonds voorstaan in mijn truitje
en zing dan voor ’t naar bed gaan het fluitje bij de hand
[Refrein]
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.