Van mannen in Oorlog, van mannen in Vreê,
Oud Holland! daar mocht je van spreken;
En riep je te Land, of riep je ter Zee,
Ze bleven niet in gebreke,
Ze bleven niet in gebreke.
Dezelfde hand greep fiks genoeg
Het zwaard, de roerstok en de ploeg,
Tot heil van ’t lieve Vaderland, van ’t lieve Vaderland!
Tot heil van ’t lieve Vaderland, van ’t lieve Vaderland!
Wat suf je, jong Neêrland! Wat sluimer je dan,
Waarachtig ’t is zonde, ’t is schande;
Net of je geen tien meer tellen nu kan,
Te water en ook te lande,
Te water en ook te lande.
Kom, sla uw hand, en fiks genoeg,
Om zwaard, om roerstok en om ploeg,
Tot heil van ’t lieve Vaderland, van ’t lieve Vaderland!
Tot heil van ’t lieve Vaderland, van ’t lieve Vaderland!
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.