
Wij zijn de jongens van Jan de Witt
Van de Gele Rijders,
Luitjes waar nog pit in zit,
Hangen samen als een klit,
Bij de Gele Rijders,
Bij de Gele Rijders.
Ziet ons op de straten gaan
Met die chique kleren;
Alle mensen blijven staan,
Ieder meisje kijkt ons aan,
Als wij defileren,
Als wij defileren.
Komt ons land eens in gevaar,
Vlug dan naar de grenzen.
Helpen wij de ruiterschaar,
’t Zaakje is dan dadelijk klaar,
Staat dus niet te drenzen,
Staat dus niet te drenzen.