April is voorbij,
Hoezee voor de Mei!
Nu kunnen we bloemekens garen!
Nu henen gesneld
Naar ’t zonnige veld.
Waar ’t koeltje ons speelt door de haren.
De velden zijn vol van den kleurigsten schat.
Wij vlechten er kransen van bloesems en blad,
Wij vlechten er kransen van bloesems en blad.
April is voorbij,
Hoezee voor de Mei!
Nu kunnen de vogels niet zwijgen.
En ’t lief’lijk gekweel
Uit zang’rige keel
Schalt vroolijk van takken en twijgen.
Ze jub’len en schat’ren verrukt door elkaar:
‘We hebben ons donzige nestje al klaar!’
‘We hebben ons donzige nestje al klaar!’
April is voorbij,
Hoezee voor de Mei!
Nu valt er weer honing te puren,
De bloemekens fijn,
Ze geven festijn
En spreiden haar geuren en kleuren.
Nu klingelt weer het vroolijke bijen gezoem
En fladd’ren de vlinders van bloempjes tot bloem,
En fladd’ren de vlinders van bloempjes tot bloem,
April is voorbij,
Hoezee voor de Mei!
Nu samen een liedje geheven!
Een liedeke zoet
Uit dankbaar gemoed
Een liedje van ’t vroolijke leven!
Een lustig en vriendelijk liedje van kleur,
Van bloemen en vogels, van geur en van fleur!
Van bloemen en vogels, van geur en van fleur!
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.