
Waar het wuivend loof der palmen
Van de kust den zeeman groet
Waar de gouden padiehalmen
Rijpen in den zonnegloed.
Zong ik eens naar ouden trant:
“‘k Heb u lief, mijn zonneland!”
Waar het lieflijk groen der bergen
Vriend’lijk in de zonne blinkt,
En ’t gemurmel van een beekje
Zachtkens langs de velden klinkt
Sloot ik eens een vriendschapsband
‘k Heb u lief, mijn zonneland!
Java, wondertuin van d’ aarde.
Land van eeuwig groen en licht.
Waar natuur met duizend kleuren
’t Schoonste wonderwerk verricht:
Zonnig land, u min ik teer,
Naar uw bergen keer ik weer!