Niet één mens hier op aard’
Die voor leed werd gespaard,
In de harde leerschool van het leven.
Maar zo slim kan ’t niet zijn,
En zo fel is geen pijn,
Of genezing is er voor gegeven.
Hier een hart dat er breekt,
Daar de laster die steekt,
En je denkt: ‘moet mij dat juist passeren.’
Staar je daar niet op blind,
Steek je kop in de wind,
Zoek de kracht, d’ energie,
Om het lot te keren.
Morgen gaat het beter, beter, beter,
Morgen kijk je iedereen weer glunderlachend aan.
Morgen gaat het beter, beter, beter.
Morgen zullen zorgen van vandaag niet meer bestaan.
Morgen zijn de spoken van het heden,
Weggevaagd, behoren tot ’t verleden.
Morgen gaat het beter, beter, beter,
Morgen zal weer alles van een leien dakje gaan.
Moeilijk is deze tijd,
Vol van wrok, haat en nijd,
Ieder kijkt vol wangunst naar de ander.
Naar het brood dat hij eet,
Naar de daad die hij deed,
Ach, we weten alles van elkander.
Maar slechts dat wat je ziet,
En de rest weet je niet,
Want naar binnen staan geen vensters open.
Wat je draagt, diep in’t hart
Heeft een plaats heel apart,
En dat is een toverspreuk:
‘Wij blijven hopen’.
Refrein
Gaat het niet zoals ’t moet,
Krijg je geen vaste voet,
Ga niet in een hoekje zitten treuren.
Niemand, die op je wedt,
Ooit een cent op je zet,
Als je piekert om wat kan gebeuren.
Gaat ’t vandaag je nog slecht,
Morgen komt het terecht,
Je moet in jezelf het meest vertrouwen.
Graaf niet in je verdriet,
Ach dat helpt je toch niet,
Steen voor steen moet je aan,
J’ eigen toekomst bouwen.
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.