Home / Liedjes / O mooie oude toren

O mooie oude toren

(Davids/Morris 1919)

O lange stijve toren,
Jij staat daar jaren al;
Waar ik ook loop langs gracht of straat,
Je volgt me overal;
Als jij zou gaan vertellen,
Wat jij al die jaren zoo ziet,
Wat zou je ons veel kunnen zeggen.
Maar ouwe je doet het maar niet.
O mooie oude toren.
Hoog in de blauwe lucht,
Aan jou wijd ik m’n zangen,
Mijn zang, mijn lach, mijn zucht.
Jij kent onze diepste geheimen,
Ons leed, onze smart en nog meer,
Jij speelt alleen je klokkenspel,
En kijkt zwijgend op ons neer.
O grijze oude toren,
Hoe lief kijk ik je aan;
Als ’s morgens vroeg de porder komt,
En ‘k aan den slag moet gaan;
Hoe fijn klinken je klokken,
Hoe helder je tonen, hoe warm,
Als ik met mijn lief loop te wand’len,
Zoo zaligjes arm in arm.
O mooie oude toren,
Hoog in de blauwe lucht,
Aan jou wijd ik m’n zangen,
Mijn zang, mijn lach, mijn zucht.
Jij kent onze diepste geheimen,
Ons leed, onze smart en nog meer.
Jij speelt alleen je klokkenspel,
En kijkt zwijgend op ons neer.
O flinke trotsche toren,
Van eerbied ben ‘k vervuld;
Wanneer het gouden zonlicht,
Je slanke spits omhult;
Als eens mijn laatste uur slaat,
De krachten mij langzaam ontvliên,
Dan wil ‘k aan mijn sponde een ruitje,
Waardoor ik, jou, toren kan zien.
O,mooie oude toren,
Hoog in de blauwe lucht,
Aan jou wijd ik m’n zangen,
Mijn zang, mijn lach, mijn zucht.
Jij kent onze diepste geheimen,
Ons leed, onze smart en nog meer,
Jij speelt alleen je klokkenspel,
En kijkt zwijgend op ons neer.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten