
Opa Bakkebaard heeft een huisje
En in dat huisje daar is het goed
Opa Bakkebaard is aan ’t werken
En weet jij wel wat hij doet
Hij veegt de vloer, met een bezem, met een bezem
Hij veegt de vloer, ja zo veegt hij de vloer.
Opa Bakkebaard heeft een huisje
En in dat huisje daar is het goed
Opa Bakkebaard is aan ’t werken
En weet jij wel wat hij doet
Hij snijdt zijn brood, met een zakmes, met een zakmes
Hij snijdt zijn brood, ja zo snijdt hij zijn brood
Opa Bakkebaard heeft een huisje
En in dat huisje daar is het goed
Opa Bakkebaard is aan ’t werken
En weet jij wel wat hij doet
Hij naait zijn broek, met een spijker, met een spijker
Hij naait zijn broek, ja zo naait hij zijn broek