Hoe kan een zee zijn zonder baren,
Hoe kan een meisje leven zonder man,
Spiegelt o jeugd en ben ervaren,
Spiegelt o jeugd voor zulk een valse min.
Ja het is waar die valse liefde,
Die mij belastert die doet mij leed.
’t Is van vrouw Veenhuis die verslonken,
Zoals die oude courant dat deed .
De vader sprak met schuine woorden,
Sofia, maak u maar van kant,
Want gij zijt in de fleur bedrogen,
Vertrek maar uit mijn vaderland.
Sofia sprak dan ga ik mij verdrinken,
Al in vrouw Veenhuis waterplas.
Daar kunt gij mij des morgens vinden,
Des ’s morgens vroeg wanneer de dag breekt aan.
Zij nam haar zuigeling in haar armen,
En drukte het aan haar maagdenhart.
Dit is de borst der milde baren,
Dit is de borst van ’n teer beminde op d’ aard.
Zij nam haar zuigeling in haar armen,
En sprong er mee het water in.
Die mij bemind’ die ga ik nu verlaten ,
Want hij kiest nu een andere tot vriendin.
De vader is des Zondagsmorgens,
Vroeg opgestaan, en naar het water gegaan.
Heeft daar zijn dochter dood gevonden,
Die door het water was vergaan.
De vader Sprak met sobere woorden,
Ik ben de schuld van Sofia’s dood.
Toen heeft hij een pistool genomen,
En heeft zijn eigen hart doorboord.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.