Home / Liedjes / Verlaten (In den vreemde)
1951

Verlaten (In den vreemde)

Schrijver: Ferry van Delden
Componist: Ferry van Delden
Jaar gepubliceerd: 1935
Met dank aan Ferry voor het insturen van de tekst

Hij liep maandenlang op de keien
en de toekomst bood hem geen bestaan.
Zijn oudjes die hadden het amper,
dus zo’n leegloper was niets gedaan.
Hij meldde zich toen voor ’t legioen aan,
’t was uit wanhoop en zette zijn poot.
Zij wuifden hem na van de kade,
en hij neuriede stil op de boot.

[Refrein:]
Ver van allen
waarvan ik heb gehouden,
zwerf ik thans rond
in alle eenzaamheid.
Elk die ik heb liefgehad,
zal ik nooit meer aanschouwen.
Vergeet mij niet
en denk van tijd tot tijd
een ogenblik aan mij,
die in de vreemde lijdt.

Zo deed hij z’n plicht vele jaren,
met zijn makkers in ’t Indisch armee.
En was tussen duizend gevaren,
invalide geraakt in Atjeh.
Met kerstmis, met ’t oude en nieuwe,
voelde hij zich zo droef en alleen.
En telkens op moeders verjaardag,
zong hij mijmerend en stil voor zich heen.

[Refrein]

Hij was driekwart oud en versleten,
toen men hem zijn pensioentje aanbood.
Hij kwam toen terecht in de kampong,
want zijn oudjes, die waren lang dood.
Z’n meid was getrouwd met een ander,
dus verbroken was iedere band.
Maar toch zingt hij soms bij de herinn’ring,
aan zijn oudjes, zijn meid en zijn land.

[Refrein]



Beluister het lied van Willy Derby op YouTube: