Vier ouwe mannetjes die zaten in ’t plantsoen
Honeymoon te doen
Vier ouwe mannetjes, zo in ’t jonge groen
Op een mooie warme dag in de lente.
Waarover spraken zij, die vier daar in ’t plantsoen
Tussen ’t prille groen
Over die ouwe tijd, die mooie tijd van toen
En hun enig jonge hart in de lente
Vier ouwe mannetjes, vier ouwe mannetjes
Vier ouwe mannetjes, vier ouwe mannetjes
Doe-doebie-doeb, doebie-doebedoebe-doeb (enz)
Dab-dabbedab, dabbe-dabbesabbedab (enz)
Doe-doebie-doeb, doebie-doebedoebe-doep (enz)
Wiedewiet-wiet-wiet, wiedewiedewiedewiet (enz)
Dada, dabedada (enz)
La-lalalalalalala (enz)
Laliladila
Dat is de man
Laliladila
Dat is de vrouw
Klaartje lief
Pracht wief
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.