Onnozele Kinderen



Onnozele Kinderen

(met dank aan Ilse Steel voor het geleverde materiaal)



28 december

Het feest van de Onnozele (onschuldige) Kinderen wordt op 28 december gevierd. Op die dag viert de Kerk het martelaarschap van de onschuldige jongetjes van Bethlehem die op last van Koning Herodes werden vermoord. Het feest wordt voor het eerst in het jaar 505 in Carthago gevierd. Het stamt van een oud Romeins kinderfeest, het ‘festum puerorum’, waarin oosterse, Romeinse en Keltische elementen waren opgenomen. Net als bij Sint Maarten gaan kinderen de straat op om te bedelen om snoep en geld. Kenmerkend is dat de kinderen verkleed als volwassenen langs de deuren gaan om hun lied te zingen. Dit bedelen om snoep en geld grijpt terug op het kinderbisschopspel. Bij dit spel werd tijdens de Vespers onder het Magnificat onder de scholieren een kinderbisschop gekozen. Deze jongen trad dan enkele dagen als bisschop op. Met een groep kinderen als aanhang ging hij bij hoogstaande personen van de kerk eten en kreeg daar ook kleine geschenken. Ook verkleedpartijen hoorden bij het feest en er werden geschenken gegeven. Dit verkleedfeest, waarin Oosterse, Romeinse en Keltische elementen waren opgenomen, werd door de kerk verboden. Onnozele Kinderen is in Nederland en België uiteindelijk overschaduwd door (en geïntegreerd in) de viering van Sint Nicolaas, en werd daardoor weer door de Kerk erkend.

Herodes was bang dat de komst van een nieuwe Joodse koning het einde van zijn macht zou betekenen. Van de Wijzen uit het Oosten hoorde hij dat die nieuwe koning in Bethlehem geboren zou worden. Toen de Wijzen in een droom vernamen dat Herodes slechte bedoelingen had en het Kerstkind wilde doden, leidden ze hem om de tuin. Daarop ontstak Herodes in een hevige toorn, en gaf hij opdracht om in Bethlehem en de wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen, in overeenstemming met de tijd waarnaar hij de Wijzen nauwkeurig had gevraagd. Jozef en Maria zijn dan al gevlucht naar Egypte.

Koning Herodes

Jongen verkleed als bisschop

Jozef en Maria vluchten naar Egypte

De Onnozele Kinderen of Onschuldige Kinderen is een bekend thema in de beeldende kunst; onder meer Pieter Bruegel de Oude en Peter Paul Rubens wijdden er grote doeken aan.

Herodes en de Wijzen

Pieter Bruegel – de Oude Kindermoord uit 1566-1567

Peter Paul Rubens – Kindermoord uit 1767

De katholieke traditie leert dat God de onschuldige jongetjes van Bethlehem had voorbestemd om door hun dood te getuigen van de Messias. Zij worden sinds de 5de eeuw vereerd als beschermheiligen van kinderen en meer in het bijzonder van kinderen in gevaar, en daarom ook van vondelingen; ook van misdienaars en koorknapen, die zo vaak als toonbeeld van ‘onschuld’ worden voorgesteld; ook van scholieren; evenals van kerkbesturen. Hun voorspraak wordt ingeroepen tegen eerzucht en jaloezie.
De kindermoord door Herodes, vlak na de geboorte van Jezus is een bekend Bijbelverhaal over Onschuldige kinderen van Bethlehem. Naast het evangelie van Matteüs zijn er geen historische bronnen die deze gebeurtenis bevestigen. De moord op de onnozele kinderen wordt niet vermeld door de geschiedschrijver Flavius Josephus in een lijst van misdaden van Herodes van ongeveer 100 bladzijden.

Versjes

Versje
’t Is vandaag Onnoozele kinderen dagh
Geef de moerkens en de vaarkens wat
Geef wat, houd wat.
Volgend jaar weer wat.

Dit katholieke gebruik kwam ook voor in Amsterdam, toen Amsterdam nog een katholieke stad was. In Amsterdam werd ook een kinderbisschop gekozen. De beste leerling van de Oude Zijde en de beste leerling van de Nieuwe Zijde werden hier meestal voor gevraagd. Op 28 december werd er een optocht gehouden. De kinderbisschop van de Oude Zijde maakte een plechtige rondgang met kinderen achter zich aan. Eerst gingen zij naar de Dam, waar de bestuurders van Amsterdam klaar stonden om de kinderstoet te begroeten. Vervolgens ging de tocht verder door de stad, waarbij volwassenen de kinderen snoepgoed gaven.
In de namiddag trok de stoet al juichend verder naar de Oude Kerk. Hier ontdeed de kinderbisschop zich van zijn kleurige mantel, mijter en staf. Vervolgens hield de echte pastoor een vermaning over de eerbied van kinderen aan ouders. Nadat de protestanten in 1578 de macht hadden gegrepen in Amsterdam, werd dit feest in deze stad minder gebruikelijk.

Amsterdam

Amsterdam

Versje uit Tilburg
Koosje, Koosje, zo is mijn naam
ik heb het in mijn broek gedaan.
Ik ben de helft ervan verloren,
en de helft zit vastgevroren.
Als ik sterf, dan ben ik dood.
Dan lig ik in mijn kistje bloot.
Dan komen de engeltjes bij me zingen,
dan zal ik uit mijn kistje springen.
Als ik spring dan spring ik snel.
Naar de hemel of naar de hel.

O, die olie van de druiven,
laat de droefheid maar verschuiven,
laat de droefheid maar vergaan.
Zet de fles maar aan je lippen,
dan kan het zo naar binnen wippen.
O, dat voel ik aan mijn hartje.
Juffrouw, geef me toch een kwartje!
Ik heb gezongen en niks gehad.
Snij dan een stuk van het verreken z’n gat.
Snij maar diep, snij maar diep.
Snij maar in oewe vinger niet!

Koosje, Koosje
Voor de niet-Tilburgse lezers eerst even iets over dat Koosje, Koosje. Dat was een bedelliedje waarmee in de kerstvakantie, kinderen langs de huizen trokken. Sommigen nog met een rommelpot – een conservenblik waarover een gedroogde varkensblaas gespannen was, met een houtje daar van tevoren met een elastiekje erom ingestoken. Dat werd op en neer gewreven met je vingers en gaf dan een brommend geluid. Dat rondtrekken om iets te krijgen was iets dat vooral voor arme kinderen bedoeld was, maar ook kinderen die het beter hadden vonden het leuk om te doen.

Verklede kinderen

Koosje, Koosje zingen

Toch een kinderdag

Kinderdag Mexico

Kinderdag Korea

Kinderdag Taiwan

Deze dag is vooral bedoeld om kinderen uit verschillende culturen met elkaar in contact te brengen en daarnaast, en vooral, een dag om te wijzen op de rechten van kinderen. Het is een feestdag die in verscheidene landen wordt gehouden. In 1954 spraken de Verenigde Naties een aanbeveling uit om een kinderdag (‘Universal Children’s Day’) te houden om hiermee de kinderrechten actueel te houden. De eerste moderne staat die een kinderdag invoerde was Turkije. Dit gebeurde op initiatief van Mustafa Kemal Ataturk, de grondlegger van het moderne Turkije. In veel voormalige socialistische/communistische landen, zoals Polen, Roemenië, Rusland en Tsjechië, en in landen als India, China, Duitsland en Nederland is kinderdag op 1 juni, en universele kinderdag, Internationale- Dag van de Rechten van het kind is op 20 november. Er zijn echter landen die andere data aanhouden.

Mustafa-Kemal Ataturk, 1881-1938

Ilse Steel

Bronnen (eigen bibliotheek):

Nederlandse volksgebruiken bij hoogtijdagen

Shel journaal van Nederlands folklore

Wereldfeesten Almanak

Heiligennet

Is geschiedenis