Ninansje

Izak van Langevelde - 08-07-2019


Auteur tekst: onbekend
Type: voordracht

Ik ben op zoek naar een bronvermelding van het volgende gedicht, van een jaar of honderd oud:

 

Ninansje

Het zonlicht was ondergegaan in het westen
De starretjes blonken en deden hun best
Het maantje scheen helder met vriendelijke glans
En bescheen net het bedje van kleine Ninans

Een snoeperig Javaantje met wangetjes rond
En oogjes zo kunstig die ieder verstond
Maar buiten werd het donker, het maantje verdween,
want een donkere wolk schoof er vlakke langs heen

Het begon ook te lichten, er kwam ook een slag
Dat het bedje er van dreunde waar Ninansje in lag
Van schrik werd zij wakker, zij gilde van vrees
Zij kon niet bedaren, zij schreeuwde zich hees

De zendeling kwam bij haar en sprak: “Lieve schat,
waarom toch die traantjes, die oogjes zo nat
Gij weet toch geen musje zo klein en zo teer
Valt zonder Gods wille op aarde dood neer.”

Toen ging zij weer liggen en sliep zo gerust
Alsof haar Gods engel in slaap had gesust
En toen zij ontwaakte en het zonnetje scheen
Toen sprak zij “Lieve Heer, nooit zal ik meer bang zijn als Gij spreekt in het weer”








Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten