Heilig de zondag in Amsterdam
Bid voor die paar uren stilte
Spaarzame dominees rijden in ’t rond
Maken de Munt tot gewijde grond
Pastoor is naar God onderweg op de fiets
En verder niets
Heilig de zondag in Amsterdam
Bid voor die paar uren stilte
Wie in de rust en de ruimte gelooft
Die neme eerbiedig de hoed van het hoofd
De binnenstad is een groot heiligdom
En veilig. Kom
Zegen de Dam en zegen de duiven
Wil met de wijwaterkwast wat welwillend wuiven
Naar wethouder Han en naar burgemeester Sam
Heilig de zondag
Heilig de zondag
En vooral in Amsterdam
Maandag ben ik weer dat zenuwachtig type
Zit ik op kantoor me wezenloos te typen
Ach ik weet niet beter. ’t Werk is wel wat stom
Rennen naar de meter. Kwartje is weer om
Een ding is in orde, de koffie is fantastisch
Alleen door al dat typen gaat het drinken wel wat spastisch
Miep is weg van Peter, werkelijk? Ach kom
Rennen naar de meter. Kwartje is weer om
Ze wachten op de grachten, want iemand staat te laden
O, hij is net klaar, dat is hem ook geraden
Hij moet nog beginnen. Kleur schiet in m’n kop
Drukken op de claxon: Schiet in godsnaam op.
Maar God is vertrokken
God kijkt wel uit
Je kan niet meer wandelen
Zelfs niet in Zuid
God wacht
Op de zevende dag
Heilig de zondag in Amsterdam
Bid voor die paar uren stilte
Spaarzame dominees rijden in ’t rond
Maken de Munt tot gewijde grond
Pastoor is naar God onderweg op de fiets
En verder niets
Zegen de Dam en zegen de duiven
Wil met de wijwaterkwast wat welwillend wuiven
Naar wethouder Han en naar burgemeester Sam
Heilig de zondag
Heilig de zondag
Sanctus Domine
Moderamen. Synode
’t Was van Mozes een goed idee
Heilig de zondag
Heilig de zondag
En vooral in Amsterdam…
Niet vloeken, zei de juffrouw
Niet vloeken, zei de juffrouw
Niet vloeken, zei de juffrouw
Niet vloeken, zei de juffrouw
En zij had gelijk
’t Staat in de boeken, zei de juffrouw
’t Staat in de boeken, zei de juffrouw
’t Staat in de boeken, zei de juffrouw
’t Staat in de boeken, kijk, kijk
Vloeken geeft rommel
Vloeken geeft heibel
Dat staat in de schrift
Dat staat in de bijbel
Zo waren er van die woorden
Waar je niet aan mocht komme
En dat was nu juist het stomme
Dan kon ik me niet beheersen
En dan riep ik: God ver
En dan riep de juffrouw verontwaardigd uit
God ver? Domme jongen
God ver? Domme jij
God ver? Domme jongen
Hij is dichtbij
O dank u, juffrouw Sonderman
Zo tactvol als u wezen kan
We gingen langs het randje
Maar u hebt ons gered
O dank u, juffrouw Sonderman
Zo tactvol als u wezen kan
O, dat was op het kantje
Het scheelde maar net
Niet vloeken, zei de juffrouw
Niet vloeken, zei de juffrouw
Niet vloeken, zei de juffrouw
En zij had gelijk…
Een keer moet het begin zijn
Een keer moet het begin zijn
Of je nu wilt of niet
Een keer wil je bereiken
Wat je in de verte ziet
Een keer zul je moeten kiezen
Uit alles om je heen
Een keer zul je moeten zeggen
Er is voor mij maar een
Een vrouw om van te houden
Een hart waarvoor je vecht
Een plaats om thuis te komen
Een thuis, maar dan ook echt
Het klinkt misschien kortzichtig
Met al die inspraak om je heen
Toch is het goed te zeggen
Er is voor mij maar een
Een visie in de verte
Een schuchtere poging tot
Een-worden met het hogere
Een ideaal, een God
Het klinkt misschien eenzijdig
Met al die oecumene om je heen
Toch is het goed te zeggen
Er is voor mij maar een
En soms begint ’t te romm’len
Te scheuren hier en daar
En heel jouw zeek’re wereld
Die dondert in elkaar
En toch vanuit de resten
– Al gebeurt dat niet meteen
Komt toch weer dat verlangen
Er is voor mij maar een…
Als ik in de Hema kom
Kijk ik stiekem even om
Of ze me ook zien
Of ze me ook zien
Want ik ben heus niet zo stom
Dat als ik in de Hema kom
Ze me zullen zien
Ze me zullen zien
refr.:
Als ik rats,rats,rats
Ook al is het voor een krats
Ook al is het niet zoveel
Als ik steel, steel, steel
Als ik jat, jat, jat
In elke vinger heb ik wat
In een ogenblik
Als ik pik, pik, pik
Zondag ga ik naar de kerk
Met een boek vol zilverwerk
Traantje in het oog
Zedig naar omhoog
Maar als ik dan het preekje hoor
Het preekje van meneer pastoor
Over eerlijkheid
Nou, dan krijg ik spijt
refr.
“Meneer pastoor, kom ik later ook in het hiernamaals?”
Jij komt in de hemel hoor
Zegt meneer pastoor
Daar zorgen wij wel voor
Daar zorgen wij wel voor
Jij komt in de hemel hoor
Zegt meneer pastoor
Wees nou maar gerust
Want het gaat echt door
Ren ik snel naar V & D
Pak ik weer van alles mee
Ga ik vlug daarna
Gauw langs C & A
’t Stelen gaat weer reuze goed
Meneer pastoor die gaf weer moed
Ik gap nu opgewekt
Want hij heeft mij gedekt
refr.
Dus ik raad nu ieder aan
Gauw maar weer ter biecht te gaan
Einde van ’t getob
Oh, het lucht zo op
En je raakt eraan gewend
Dat je ’n soort van ekster bent
Veel meer handigheid
En de spanning ben je kwijt
refr.
“Later als ik het tijdelijke met het eeuwige heb verwisseld:”
Als ik in de grote Hema kom
Kijk ik vol bewond’ring om
Alles is van goud
Alles is van goud
Dus zijn ze in de eeuwigheid
Allerhande dingen kwijt
Nou u bent niet stom
Dan weet u wel waarom
refr….
Als vader zonder moeder is
Als vader zonder moeder is, dan is ie zo ontspannen
Hij heeft geen dooie oogies meer en wil opeens naar ’t park
Als vader zonder moeder is, gaat ie met de kinderen wandelen
Zacht neuriend, dat niemand ’t hoort
Kuiert hij dan naast ze voort
Zo jeugdig fris, als vader zonder moeder is
refr.:
Wij gaan nog lange niet naar huis
Daar heb je vader, daar heb je vader
Wij gaan nog lange niet naar huis
Daar heb je vader met zijn kroost
Als vader zonder moeder is, dan is de sfeer weldadig
Z’n kuieren gaat in hupp’len over in het Vondelpark
Als vader zonder moeder is, dan wordt ie wat baldadig
Als een man, die alles kan
Trapt ie tegen blikjes an
Het is niet mis, als vader zonder moeder is
refr.
Als vader zonder moeder is, wordt ie ronduit ontdeugend
Hij knipoogt naar een vreemde dame in het Vondelpark
Als vader zonder moeder is – en dit is zeer verheugend
Tracteert ie in een wilde roes
Op een heule dikke slagroomsoes
Geen kattepis, als vader zonder moeder is
refr.
Als vader zonder moeder is, dan toeteren de klaroenen
Daar vlakbij de muziekkapel, midden in het park
Als vader zonder moeder is, dan is ie om te zoenen
Hij bulkt van flair, hij bruist van lef
Hij danst in ’t gras als Nurijev
Showbusiness, als vader zonder moeder is
refr.
Als vader weer naar moeder gaat, dan zie je aan z’n ogen
’t Feest is uit,party is over, nou ja de koek is op
Als vader weer naar moeder gaat, wordt ie wat onbewogen
Hij lijkt wat oud, zo van opzij
Als hij daar tenslotte bij
De huisdeur staat, voordat hij weer naar binnen gaat
Nou ja, we zijn weer thuis
Denkt vader, denkt vader
Nou ja, we zijn weer thuis
Denkt vader met z’n
Met z’n kroost…
Dat is nog over van vroeger
Mijn dochter
Ik zocht ‘er
Mijn dochter is vertrokken
Met een vent
In een tent
En ’t adres
Onbekend
Mijn vrouw zegt: Dat zit in de tijd
Maar die ouwehoert wel meer
’t Komt blijkbaar hier op neer
Dat ’t went
Dat ’t went
Uw dochter
(Ik mocht ‘er)
Uw dochter is vertrokken
Laat haar stil
Wat ze wil
Ze gebruikt toch de pil
Wees nu maar wat rustig
Doe nu maar gewoon
Er staat toch in de bijbel
Eert uw dochter en uw zoon
En dan wijst zo’n vader op z’n hart
Maar hier he
Hier binnen he
Daar wil het nog niet mee
Daar zit nog iets van: Nee
Dat is nog over van vroeger
Dat is nog over van toen
Dat is nog over van vroeger
Dat is nog over van toen
Weet je wel, ja dat was toen
Weet je wel, ja dat was toen
Weet je wel, ja dat was toen
Vergeef vader daarom dat foutje
Weet je nog wel
Oudje…
Het album “Tien miljoen geboden” kunt u
nog bestellen op deze website voor € 19,95. Releasejaar 1971.
Van de 14 nummers heb ik van 9 nummers de tekst.
En toch: Gij zult niet doden
Het is gebeurd
Het is zover
Zijn goed gekeurd
Als militair
Voor j’algebra
Is het heel goed
Je rekent steeds
Hoeveel dagen je nog moet
Een groene broek
Een groene jas
Dat camoufleert
In ’t groene gras
Een ding remt af
De strategie
Het groene kruis
Hangt beneden op je knie
refr.:
En toch, en toch, en toch, van die tien geboden
Verdomde duidelijk is er wel een
Dat is en blijft: Gij zult niet doden
En daar kun je niet omheen
En toch, en toch, en toch, van die tien geboden
Verdomde duidelijk is er wel een
Dat is en blijft: Gij zult niet doden
En daar kun je niet omheen
Op oefening
In ’t mooie bos
Daar schieten wij
Met flodders los
En ’s avonds laat
De meisjes beet
In het cafe
Losse flodders bij de vleet
Als ’t met ’t geweer
Dan menes wordt
Dan ben je bang
Ik schiet te kort
Volg mijn advies
Voor als je richt
Je doet gewoon
Allebei je ogen dicht
refr.
Een klein probleem
Waar je op stuit
De vijand, hoe
Ziet die er uit
Joh, geen paniek
En niet zo fel
Schiet nou maar eerst
En daarna, dan zie je wel
Dat schieten is
Een soort conflict
Natuurlijk wel
Wat aangedikt
Voor wie ’t niet weet
Die wendt zich tot
D’aalmoezenier
En die smoest dan wel met God
refr….
Na de revolutie
Na de revolutie zult gij nooit begeren
Meer uws naastens vrouw, of uws naastens deern
Of uws naastens huis, zijn ezel of zijn os
Na de revolutie van het aardse los
refr.:
Mee naar het ochtendgloren
Van het zomerdronken morgenrood
Want wij gaan nooit verloren
En wij spelen bloot slaat
Na de revolutie zijn wij zo gelouterd
Na de revolutie, iedereen kaboutert
Kijk de kamerleden, niemand vindt het erg
Uitgelaten poedelen in de Vijverberg
refr.
Na de revolutie, eindelijk voldoening
Na de revolutie, eindelijk verzoening
’s Morgens op Soestdijk, achter in de tuin
Hinkelen de prinsjes fijn met Roel van Duyn
refr.
Na de revolutie kentering in karakter
Geertsema en Haya, ’t kan toch niet bekakter
Slapen plotseling nederig, want heus alles went
Samen in een slaapzak op het monument
refr.
Na de revolutie gaan wij uit de kleren
Na de revolutie springen wij rond met veren
Na de revolutie in de morgenstond
Lekker bloemen plukken in je blote kont
refr.
Ach zo’n revolutie, zal ’t zover ooit komen
Ach zo’n revolutie bestaat alleen in dromen
Zo krijgt ons enthousiasme toch nog weer een deuk
Maar hier in ’t theater was ’t toch effe leuk
refr….
Geen valse getuigenis
Trekt nu op ten strijde
Trekt nu op ten strijde tegen leugen en bedrog
Uiteindelijk de Waarheid
Uiteindelijk de Waarheid, de Waarheid wint het toch
De mens op deze aarde, die liegt in elke taal
Het is een soort van ziekte, het is een soort van kwaal
Er zijn zelfs diplomaten en hoopjes lui van macht
Die komen bij de dokter met weer dezelfde klacht
’t Is ergens heel concreet en ergens heel abstract
En als je de ziekte hebt, dan staat dat heel bekakt
Dat is de kwaal, dat is de kwaal
Dat is de kwaal van ’t groot kapitaal
‘k Heb zo’n last van zwerende vingers
Last van zwerende vingers
Dokter, dat is mijn probleem
’t Is een soort van dinges
’t Is een soort van dinges
Een soort van overheidseczeem
Midden in de vergadering of tijdens mijn betoog
Dan voel ik in m’n vingers jeuk, dan willen ze omhoog
En helemaal vanzelf komen ze trillend overend
En dat is uiters kwalijk, als je net aan ’t liegen bent
Ik zweer bij hoog
Ik zweer bij laag
Voor Vorst en Vaderland
Dokter, help me
Dokter, help me
‘k Heb m’n vingers niet meer in de hand
De mensen hier op aarde
Moeten gaan geloven in wat werk’lijk Waarheid is
Want in bepaalde kringen
Verdraaien ze de dingen
Voor d’r eigen bizzenis
D’r vallen steeds ontslagen zomaar uit willekeur
Dat komt niet door de fusie, beweert de directeur
Maar hij houdt beide handen, verstopt achter z’n rug
Die tintelen en branden. Daar heeft ie niet van t’rug
En ’s avonds zo bij tienen
Dan rijdt ie maf en moe
In z’n donk’re limousine
Stiekem naar de dokter toe
Voor de kwaal, voor de kwaal
Voor de kwaal van ’t groot kapitaal
‘k Heb zo’n last van zwerende vingers
Last van zwerende vingers
Dokter, dat is mijn probleem
’t Is een soort van… dinges
’t Is een soort van… dinges
Een soort van overheidseczeem
Het is niet langer aardig. Het is niet langer leuk
Dat treiterende tintelen. Die jennerige jeuk
M’n vingers worden kleiner. Door ’t zweren slijt de huid
En m’n duim wordt alsmaar groter, want daar zuig ik alles uit
Ik zweer bij hoog
Ik zweer bij laag
Voor Vorst en Vaderland
Dokter help me
Dokter help me
‘k Heb m’n vingers niet meer in de hand
Vals zijn de getuigenissen
Van de mensen, groot en klein
Wanneer zal nu eindelijk
Het uur der waarheid zijn…
Jullie zijn van harte bedankt voor het zoeken naar deze teksten. Bestaan de gezongen liedjes ook? Alvast bedankt voor al het zoekwerk.
mvg.
Kan ik dit ergens downloaden?
Heilig de zondag in Amsterdam
Heilig de zondag in Amsterdam
Bid voor die paar uren stilte
Spaarzame dominees rijden in ’t rond
Maken de Munt tot gewijde grond
Pastoor is naar God onderweg op de fiets
En verder niets
Heilig de zondag in Amsterdam
Bid voor die paar uren stilte
Wie in de rust en de ruimte gelooft
Die neme eerbiedig de hoed van het hoofd
De binnenstad is een groot heiligdom
En veilig. Kom
Zegen de Dam en zegen de duiven
Wil met de wijwaterkwast wat welwillend wuiven
Naar wethouder Han en naar burgemeester Sam
Heilig de zondag
Heilig de zondag
En vooral in Amsterdam
Maandag ben ik weer dat zenuwachtig type
Zit ik op kantoor me wezenloos te typen
Ach ik weet niet beter. ’t Werk is wel wat stom
Rennen naar de meter. Kwartje is weer om
Een ding is in orde, de koffie is fantastisch
Alleen door al dat typen gaat het drinken wel wat spastisch
Miep is weg van Peter, werkelijk? Ach kom
Rennen naar de meter. Kwartje is weer om
Ze wachten op de grachten, want iemand staat te laden
O, hij is net klaar, dat is hem ook geraden
Hij moet nog beginnen. Kleur schiet in m’n kop
Drukken op de claxon: Schiet in godsnaam op.
Maar God is vertrokken
God kijkt wel uit
Je kan niet meer wandelen
Zelfs niet in Zuid
God wacht
Op de zevende dag
Heilig de zondag in Amsterdam
Bid voor die paar uren stilte
Spaarzame dominees rijden in ’t rond
Maken de Munt tot gewijde grond
Pastoor is naar God onderweg op de fiets
En verder niets
Zegen de Dam en zegen de duiven
Wil met de wijwaterkwast wat welwillend wuiven
Naar wethouder Han en naar burgemeester Sam
Heilig de zondag
Heilig de zondag
Sanctus Domine
Moderamen. Synode
’t Was van Mozes een goed idee
Heilig de zondag
Heilig de zondag
En vooral in Amsterdam…
Niet vloeken, zei de juffrouw
Niet vloeken, zei de juffrouw
Niet vloeken, zei de juffrouw
Niet vloeken, zei de juffrouw
En zij had gelijk
’t Staat in de boeken, zei de juffrouw
’t Staat in de boeken, zei de juffrouw
’t Staat in de boeken, zei de juffrouw
’t Staat in de boeken, kijk, kijk
Vloeken geeft rommel
Vloeken geeft heibel
Dat staat in de schrift
Dat staat in de bijbel
Zo waren er van die woorden
Waar je niet aan mocht komme
En dat was nu juist het stomme
Dan kon ik me niet beheersen
En dan riep ik: God ver
En dan riep de juffrouw verontwaardigd uit
God ver? Domme jongen
God ver? Domme jij
God ver? Domme jongen
Hij is dichtbij
O dank u, juffrouw Sonderman
Zo tactvol als u wezen kan
We gingen langs het randje
Maar u hebt ons gered
O dank u, juffrouw Sonderman
Zo tactvol als u wezen kan
O, dat was op het kantje
Het scheelde maar net
Niet vloeken, zei de juffrouw
Niet vloeken, zei de juffrouw
Niet vloeken, zei de juffrouw
En zij had gelijk…
Een keer moet het begin zijn
Een keer moet het begin zijn
Of je nu wilt of niet
Een keer wil je bereiken
Wat je in de verte ziet
Een keer zul je moeten kiezen
Uit alles om je heen
Een keer zul je moeten zeggen
Er is voor mij maar een
Een vrouw om van te houden
Een hart waarvoor je vecht
Een plaats om thuis te komen
Een thuis, maar dan ook echt
Het klinkt misschien kortzichtig
Met al die inspraak om je heen
Toch is het goed te zeggen
Er is voor mij maar een
Een visie in de verte
Een schuchtere poging tot
Een-worden met het hogere
Een ideaal, een God
Het klinkt misschien eenzijdig
Met al die oecumene om je heen
Toch is het goed te zeggen
Er is voor mij maar een
En soms begint ’t te romm’len
Te scheuren hier en daar
En heel jouw zeek’re wereld
Die dondert in elkaar
En toch vanuit de resten
– Al gebeurt dat niet meteen
Komt toch weer dat verlangen
Er is voor mij maar een…
Als ik rats, rats, rats
Als ik in de Hema kom
Kijk ik stiekem even om
Of ze me ook zien
Of ze me ook zien
Want ik ben heus niet zo stom
Dat als ik in de Hema kom
Ze me zullen zien
Ze me zullen zien
refr.:
Als ik rats,rats,rats
Ook al is het voor een krats
Ook al is het niet zoveel
Als ik steel, steel, steel
Als ik jat, jat, jat
In elke vinger heb ik wat
In een ogenblik
Als ik pik, pik, pik
Zondag ga ik naar de kerk
Met een boek vol zilverwerk
Traantje in het oog
Zedig naar omhoog
Maar als ik dan het preekje hoor
Het preekje van meneer pastoor
Over eerlijkheid
Nou, dan krijg ik spijt
refr.
“Meneer pastoor, kom ik later ook in het hiernamaals?”
Jij komt in de hemel hoor
Zegt meneer pastoor
Daar zorgen wij wel voor
Daar zorgen wij wel voor
Jij komt in de hemel hoor
Zegt meneer pastoor
Wees nou maar gerust
Want het gaat echt door
Ren ik snel naar V & D
Pak ik weer van alles mee
Ga ik vlug daarna
Gauw langs C & A
’t Stelen gaat weer reuze goed
Meneer pastoor die gaf weer moed
Ik gap nu opgewekt
Want hij heeft mij gedekt
refr.
Dus ik raad nu ieder aan
Gauw maar weer ter biecht te gaan
Einde van ’t getob
Oh, het lucht zo op
En je raakt eraan gewend
Dat je ’n soort van ekster bent
Veel meer handigheid
En de spanning ben je kwijt
refr.
“Later als ik het tijdelijke met het eeuwige heb verwisseld:”
Als ik in de grote Hema kom
Kijk ik vol bewond’ring om
Alles is van goud
Alles is van goud
Dus zijn ze in de eeuwigheid
Allerhande dingen kwijt
Nou u bent niet stom
Dan weet u wel waarom
refr….
Als vader zonder moeder is
Als vader zonder moeder is, dan is ie zo ontspannen
Hij heeft geen dooie oogies meer en wil opeens naar ’t park
Als vader zonder moeder is, gaat ie met de kinderen wandelen
Zacht neuriend, dat niemand ’t hoort
Kuiert hij dan naast ze voort
Zo jeugdig fris, als vader zonder moeder is
refr.:
Wij gaan nog lange niet naar huis
Daar heb je vader, daar heb je vader
Wij gaan nog lange niet naar huis
Daar heb je vader met zijn kroost
Als vader zonder moeder is, dan is de sfeer weldadig
Z’n kuieren gaat in hupp’len over in het Vondelpark
Als vader zonder moeder is, dan wordt ie wat baldadig
Als een man, die alles kan
Trapt ie tegen blikjes an
Het is niet mis, als vader zonder moeder is
refr.
Als vader zonder moeder is, wordt ie ronduit ontdeugend
Hij knipoogt naar een vreemde dame in het Vondelpark
Als vader zonder moeder is – en dit is zeer verheugend
Tracteert ie in een wilde roes
Op een heule dikke slagroomsoes
Geen kattepis, als vader zonder moeder is
refr.
Als vader zonder moeder is, dan toeteren de klaroenen
Daar vlakbij de muziekkapel, midden in het park
Als vader zonder moeder is, dan is ie om te zoenen
Hij bulkt van flair, hij bruist van lef
Hij danst in ’t gras als Nurijev
Showbusiness, als vader zonder moeder is
refr.
Als vader weer naar moeder gaat, dan zie je aan z’n ogen
’t Feest is uit,party is over, nou ja de koek is op
Als vader weer naar moeder gaat, wordt ie wat onbewogen
Hij lijkt wat oud, zo van opzij
Als hij daar tenslotte bij
De huisdeur staat, voordat hij weer naar binnen gaat
Nou ja, we zijn weer thuis
Denkt vader, denkt vader
Nou ja, we zijn weer thuis
Denkt vader met z’n
Met z’n kroost…
Dat is nog over van vroeger
Mijn dochter
Ik zocht ‘er
Mijn dochter is vertrokken
Met een vent
In een tent
En ’t adres
Onbekend
Mijn vrouw zegt: Dat zit in de tijd
Maar die ouwehoert wel meer
’t Komt blijkbaar hier op neer
Dat ’t went
Dat ’t went
Uw dochter
(Ik mocht ‘er)
Uw dochter is vertrokken
Laat haar stil
Wat ze wil
Ze gebruikt toch de pil
Wees nu maar wat rustig
Doe nu maar gewoon
Er staat toch in de bijbel
Eert uw dochter en uw zoon
En dan wijst zo’n vader op z’n hart
Maar hier he
Hier binnen he
Daar wil het nog niet mee
Daar zit nog iets van: Nee
Dat is nog over van vroeger
Dat is nog over van toen
Dat is nog over van vroeger
Dat is nog over van toen
Weet je wel, ja dat was toen
Weet je wel, ja dat was toen
Weet je wel, ja dat was toen
Vergeef vader daarom dat foutje
Weet je nog wel
Oudje…
Dag Hilde,
Het album “Tien miljoen geboden” kunt u
nog bestellen op deze website voor € 19,95. Releasejaar 1971.
Van de 14 nummers heb ik van 9 nummers de tekst.
En toch: Gij zult niet doden
Het is gebeurd
Het is zover
Zijn goed gekeurd
Als militair
Voor j’algebra
Is het heel goed
Je rekent steeds
Hoeveel dagen je nog moet
Een groene broek
Een groene jas
Dat camoufleert
In ’t groene gras
Een ding remt af
De strategie
Het groene kruis
Hangt beneden op je knie
refr.:
En toch, en toch, en toch, van die tien geboden
Verdomde duidelijk is er wel een
Dat is en blijft: Gij zult niet doden
En daar kun je niet omheen
En toch, en toch, en toch, van die tien geboden
Verdomde duidelijk is er wel een
Dat is en blijft: Gij zult niet doden
En daar kun je niet omheen
Op oefening
In ’t mooie bos
Daar schieten wij
Met flodders los
En ’s avonds laat
De meisjes beet
In het cafe
Losse flodders bij de vleet
Als ’t met ’t geweer
Dan menes wordt
Dan ben je bang
Ik schiet te kort
Volg mijn advies
Voor als je richt
Je doet gewoon
Allebei je ogen dicht
refr.
Een klein probleem
Waar je op stuit
De vijand, hoe
Ziet die er uit
Joh, geen paniek
En niet zo fel
Schiet nou maar eerst
En daarna, dan zie je wel
Dat schieten is
Een soort conflict
Natuurlijk wel
Wat aangedikt
Voor wie ’t niet weet
Die wendt zich tot
D’aalmoezenier
En die smoest dan wel met God
refr….
Na de revolutie
Na de revolutie zult gij nooit begeren
Meer uws naastens vrouw, of uws naastens deern
Of uws naastens huis, zijn ezel of zijn os
Na de revolutie van het aardse los
refr.:
Mee naar het ochtendgloren
Van het zomerdronken morgenrood
Want wij gaan nooit verloren
En wij spelen bloot slaat
Na de revolutie zijn wij zo gelouterd
Na de revolutie, iedereen kaboutert
Kijk de kamerleden, niemand vindt het erg
Uitgelaten poedelen in de Vijverberg
refr.
Na de revolutie, eindelijk voldoening
Na de revolutie, eindelijk verzoening
’s Morgens op Soestdijk, achter in de tuin
Hinkelen de prinsjes fijn met Roel van Duyn
refr.
Na de revolutie kentering in karakter
Geertsema en Haya, ’t kan toch niet bekakter
Slapen plotseling nederig, want heus alles went
Samen in een slaapzak op het monument
refr.
Na de revolutie gaan wij uit de kleren
Na de revolutie springen wij rond met veren
Na de revolutie in de morgenstond
Lekker bloemen plukken in je blote kont
refr.
Ach zo’n revolutie, zal ’t zover ooit komen
Ach zo’n revolutie bestaat alleen in dromen
Zo krijgt ons enthousiasme toch nog weer een deuk
Maar hier in ’t theater was ’t toch effe leuk
refr….
Geen valse getuigenis
Trekt nu op ten strijde
Trekt nu op ten strijde tegen leugen en bedrog
Uiteindelijk de Waarheid
Uiteindelijk de Waarheid, de Waarheid wint het toch
De mens op deze aarde, die liegt in elke taal
Het is een soort van ziekte, het is een soort van kwaal
Er zijn zelfs diplomaten en hoopjes lui van macht
Die komen bij de dokter met weer dezelfde klacht
’t Is ergens heel concreet en ergens heel abstract
En als je de ziekte hebt, dan staat dat heel bekakt
Dat is de kwaal, dat is de kwaal
Dat is de kwaal van ’t groot kapitaal
‘k Heb zo’n last van zwerende vingers
Last van zwerende vingers
Dokter, dat is mijn probleem
’t Is een soort van dinges
’t Is een soort van dinges
Een soort van overheidseczeem
Midden in de vergadering of tijdens mijn betoog
Dan voel ik in m’n vingers jeuk, dan willen ze omhoog
En helemaal vanzelf komen ze trillend overend
En dat is uiters kwalijk, als je net aan ’t liegen bent
Ik zweer bij hoog
Ik zweer bij laag
Voor Vorst en Vaderland
Dokter, help me
Dokter, help me
‘k Heb m’n vingers niet meer in de hand
De mensen hier op aarde
Moeten gaan geloven in wat werk’lijk Waarheid is
Want in bepaalde kringen
Verdraaien ze de dingen
Voor d’r eigen bizzenis
D’r vallen steeds ontslagen zomaar uit willekeur
Dat komt niet door de fusie, beweert de directeur
Maar hij houdt beide handen, verstopt achter z’n rug
Die tintelen en branden. Daar heeft ie niet van t’rug
En ’s avonds zo bij tienen
Dan rijdt ie maf en moe
In z’n donk’re limousine
Stiekem naar de dokter toe
Voor de kwaal, voor de kwaal
Voor de kwaal van ’t groot kapitaal
‘k Heb zo’n last van zwerende vingers
Last van zwerende vingers
Dokter, dat is mijn probleem
’t Is een soort van… dinges
’t Is een soort van… dinges
Een soort van overheidseczeem
Het is niet langer aardig. Het is niet langer leuk
Dat treiterende tintelen. Die jennerige jeuk
M’n vingers worden kleiner. Door ’t zweren slijt de huid
En m’n duim wordt alsmaar groter, want daar zuig ik alles uit
Ik zweer bij hoog
Ik zweer bij laag
Voor Vorst en Vaderland
Dokter help me
Dokter help me
‘k Heb m’n vingers niet meer in de hand
Vals zijn de getuigenissen
Van de mensen, groot en klein
Wanneer zal nu eindelijk
Het uur der waarheid zijn…