Radio
Dat was wat toen de eerste radio’s op de markt kwamen. Ineens kon je rechtstreeks iemand uit de ether pikken die ergens in Hilversum aan het spreken was. Het taalgebruik was nogal plechtig. De moeilijkheid bij de eerste radio’s was om deze af te stemmen op de juiste zender. Dat ging met een soort stokje waarmee je in een spoel roerde. Dat ging dus niet gemakkelijk en als je er net naast zat hoorde je een soort “jankende hond” ook wel door de kenners “Mexicaanse hond” genoemd. Later ging dat met een draaiknop en er was een scherm waarlangs je een wijzer bewoog. Op deze glazen plaat stonden de namen van de zenders genoemd met een streepje ervoor. Dan moest je de wijzer op dat streepje zetten. De namen van de plaats waar de zender gehuisvest was was meestal ook de naam van de zender. Zo stond er bijvoorbeeld op de glazen plaat “Hilversum”. Er was immers nog maar één zender. Er was ook nog geen televisie of televisie was nog maar toegankelijk voor een beperkt aantal mensen. Men ging er in het begin ook echt eens voor zitten om te luisteren. Zeer bekend was “De Bonte Dinsdagavond Trein”. Daar luisterde je met het hele gezin naar. Pas later kwamen er meerdere zenders. Voor de jeugd van toen was er weinig te beluisteren. Velen die in het zuiden van het land woonden luisterden op zondagmiddag naar Radio Luxemburg met Frans Nienhuis. Die draaide overigens meestal Duitse Schlagers. Een favoriet van hem was Gert Timmermans. Als die een plaat uitbracht werd die grijsgedraaid. Reclame op de radio mocht absoluut niet.
En toen kwamen de eerste piratenzenders: Radio Veronica, Radio Noordzee, Radio Caroline, Radio London, enz. Dat was pas een revolutie. Bent u ook nog lid geweest van de club “Vrienden van Veronica”? U kent ze vast nog wel de beroemdheden van toen: Joost den Draaier (Joost mag het weten, let u vooral op het loodje geheel en al verzorgd door uw draaierd Joost), Tineke de Nooy (1,2,3,4,6,7,8,9, Tieneke), Ferry Maat en vele anderen. De regering was er tegen maar omdat ze buiten de driemijlszone lagen, dus in internationale wateren, kon men er weinig aan doen. Intussen waren ook de eerste draagbare radio’s verschenen. Die werkten niet met radiobuizen maar met transistoren. Dat maakte ze minder kwetsbaar en bovendien was het stroomverbruik zo laag dat ze op batterijen konden werken. De opkomst van de draagbare radio heeft zeker aan het succes van de piratenzenders meegeholpen. Je kon ze namelijk overal horen, op het werk en op het strand. Nu zijn er zoveel radiozenders voor specifieke doelgroepen dat de meeste mensen veel van die zenders nooit horen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.