Met dank aan Ilse Steel voor het schrijven van dit artikel.
Klik op de roze teksten (links) voor meer informatie
Met dank aan Ilse Steel voor het schrijven van dit artikel.
Klik op de roze teksten (links) voor meer informatie
Verspreiding en herkomst – zie hieronder
1 april in Nederland – zie hieronder
1 april in het buitenland – zie hieronder
Geslaagde publieke 1-aprilgrappen – zie hieronder
1 april is een dag waarop men elkaar voor de gek houdt. Iedereen, ongeacht zijn positie of leeftijd, kan op die dag het slachtoffer worden van spot en omgekeerd kan iedereen op deze dag ook zelf de grappenmaker zijn.
De hedendaagse aprilgrap komt voor in groepen waarin men elkaar kent, vooral in de familie, op school of op het werk. Daarnaast maken de media grappen met een anoniem publiek. Onder de schijn van waarheid verspreiden kranten en elektronische media jaarlijks alle mogelijke fantastische berichten om ze de volgende dag weer als grap te ontmaskeren. De aandacht die mediagrappen trekken en het commentaar dat ze uitlokken, dragen er in belangrijke mate toe bij dat de traditie in stand blijft.
Eén van de meest voorkomende vormen van de aprilgrap is die, waarbij iemand of een menigte op de been wordt gebracht voor iets dat er niet blijkt te zijn of niet blijkt te bestaan. Wie erin loopt, wordt uitgelachen. Het is 1 april!
‘1 april’ is zowel de datum als de naam van de traditie én de uitroep waarmee men het slachtoffer bespot. Het slachtoffer zelf is de aprilgek, die zich voor de gek heeft laten houden of, zoals men in België zegt, naar april heeft laten verzenden.
De traditie om op 1 april grappen te maken bestaat niet alleen in Nederland. De grap komt op ongeveer dezelfde manier in grote delen van Europa voor en is ook bekend in Amerika, Rusland, Australië en Noord-Afrika. Hij wordt voor het eerst vermeld in een Franse bron in 1508. De eerste vermelding in een Nederlandse bron dateert uit 1561. De geschiedenis gaat dus tenminste terug tot het begin van de zestiende eeuw. De wijde verspreiding van het verschijnsel wijst echter op een hogere ouderdom.
Over de herkomst van ‘1 april’ zijn in de loop van de tijd uiteenlopende hypothesen opgesteld, die geen van allen tot een oplossing hebben geleid. Ze hebben er eerder toe bijgedragen dat het onderwerp een eigen folklore heeft ontwikkeld. Men heeft bijvoorbeeld verklaringen gezocht in het wisselvallige aprilweer en parallellen gezien in de Germaanse mythologie of in de bijbelse geschiedenis. In verschillende landen zijn ook wel nationale gebeurtenissen aangevoerd als begin van de traditie. Deze verklaringen, die waarschijnlijk ooit zelf als aprilgrap zijn verzonnen, leiden soms tot op de dag van vandaag een hardnekkig leven.
In Nederland is de inname van Den Briel op 1 april 1572 verreweg de meest populaire verklaring. Die dag namen de watergeuzen onder leiding van admiraal Lumey de Maas zonder slag of stoot de stad van de gehate hertog Alva over. Het leek een onmogelijke opdracht, maar het is ze toch gelukt. Het spreekwoord ‘Op 1 April verloor Alva zijn bril’ is daarop gebaseerd.
In het serieuze historische onderzoek heeft men vergelijkingen getrokken met grappenfeesten in de klassieke oudheid (lachriten in Thessalië en de Romeinse narrenfeesten, de Quirinalia), in het oude India (het Holifeest) of met middeleeuwse narrenfeesten, zoals carnaval, die allen in het voorjaar werden gevierd. Bewijzen konden echter niet gevonden worden. Antropologen hebben tenslotte gewezen op de functie van 1 april als bijzondere dag op de jaarkalender. De oude agrarische samenleving was afhankelijk van de wisseling van seizoenen. Bepaalde data, vaak de eerste en laatste dag van een maand, werden gebruikt als markering en viering voor die overgangssituaties en zoals bij veel feesten speelden grappen daarbij een rol. 1 april zou dan als de eerste dag van de eerste lentemaand gevierd zijn met grappen.
Eén van de minst verspreide hypothesen komt misschien wel het dichtst in de buurt van de waarheid. De invoering van de Gregoriaanse kalender in 1582 had tot gevolg dat nieuwjaarsdag verschoof van 1 april naar 1 januari. Doordat de protestantse landen de Gregoriaanse kalender niet aanvaardden, volgde er een lange tijd van verwarring, maar naarmate meer en meer mensen 1 januari als officiële nieuwjaarsdag erkenden, scholden zij de anderen uit voor aprilgek uit.
De grap onder bekenden
Over de viering van 1 april in Nederland is tot het eind van de negentiende eeuw heel weinig bekend. In 1561, de eerste vermelding van de traditie in onze omgeving (Zuid-Nederland: Gent), is de grap onderwerp van een gedicht van de rederijker Eduard de Dene. Het is een parodie op ‘1 april’ waarin een knecht het plan van zijn heer om hem te verzenden doorziet. Dat 1 april in ieder geval in de negentiende eeuw een algemeen bekende grappendag was, blijkt uit de observaties van de cultuurhistoricus Jan ter Gouw. In 1871 constateert deze dat de grappenmakerij een onschuldige bezigheid is geworden voor kinderen en schooljeugd. Vóór die tijd nam volgens hem iedereen deel aan de traditie, ook intellectuelen die er een denkspel in zagen. Het moet toen voor veel slachtoffers een weinig zachtzinnig gebruik zijn geweest, waarbij veel slachtoffers op hun tocht om onmogelijke boodschappen een pak slaag konden verwachten.
In 1965 wordt in de antwoorden op een vragenlijst over het onderwerp eveneens een afname van de traditie gemeld. Daarnaast wordt echter gewezen op een toename van de grap in de media. De aprilgrappen die men nog kent in 1965, komen in grote mate overeen met de grappen die in andere landen zijn gedocumenteerd.
De belangrijkste traditionele vormen, die genoemd worden, zijn:
1. (veel door kinderen toegepast:) iemand naar iets laten kijken; wie kijkt is de aprilgek.
2. (veelgenoemd als een oudere traditie:) iemand, meestal kinderen, knechten en nieuwelingen, ergens heen sturen om een denkbeeldig voorwerp te halen.
3. een bericht verspreiden dat ergens iets bijzonders aan de hand is (deze grappen verschijnen ook vaak in kranten).
De oorspronkelijke 1-aprilgrap houdt volgens de encyclopedie in ‘iemand ergens heen te zenden met een onmogelijke boodschap’. Het slachtoffer wordt er op uitgestuurd om allerlei verzonnen en bestaande spullen te gaan kopen of ophalen. Destijds was er veel vraag naar een rond vierkant, gedroogde sneeuw, een glazen bijl of muggeteentjes.
Nu bestaan de 1-aprilgrappen vooral nog uit elkaar voor de gek houden. Zodra iemand er in getrapt is, roepen de bedenker(s) van de grap luidkeels: ‘één ápril’. De functie van de aprilgrap in de negentiende-eeuwse samenleving was om door middel van een tijdelijke omkering van waarden de sociale verhoudingen te bevestigen. Tegenwoordig speelt de aprilgrap als gevolg van de individualisering van de maatschappij steeds minder een rol in de sociale omgang. In een besloten kring van bekenden (in de familie, op school, op het werk) kan de grap nog wel functioneren en de groepsband versterken.
De publieke grap
Waar de sociale contacten op buurtniveau zijn afgenomen, zijn de communicatie en uitwisseling op een ruimer, publiek en anoniem niveau juist gegroeid. De massamedia zijn de belangrijkste bemiddelaars in die communicatie en met de jaarlijks terugkerende aprilgrap, een tijdelijk leugenbericht, bevestigen ze het belang van betrouwbare nieuwsvoorziening. In recent Zweeds onderzoek is op deze ontwikkeling in de 1-apriltraditie expliciet gewezen.
Aprilgrappen in de media geven commentaar op allerlei actuele gebeurtenissen en controverses, veelal in de lokale en regionale politiek, en spelen in op menselijke gevoeligheden. De inhoud en de gevolgen van de grappen worden de volgende dag door de redacties besproken. Sommige thema’s en vormen keren regelmatig terug.
In de jaren 70 van de twintigste eeuw neemt de aprilgrap in de media toe. De grap verschijnt zelfs als voorpaginanieuws in de landelijke dagbladen. Ze blijft echter ook een belangrijke rol spelen in de regionale pers. Tegenwoordig worden aprilgrappen in toenemende mate gebruikt voor commerciële doeleinden en krijgen ze een steeds professioneler karakter. Ook in de wereld van de elektronische media is de aprilgrap alom aanwezig. Bedrijven op internet bieden kant-en-klare 1-april-e-mails aan.
Nationaal 1-april-genootschap
Op 1 april 1962 kwam de beeldhouwer Edo van Tetterode in het nieuws met een aprilgrap. Hij liet op het strand bij Zandvoort een beeld van het Paaseiland, de Loeres, aanspoelen. De media verspreidden het bericht en velen kwamen er op af. Pas dagen later heeft van Tetterode zich als maker van het beeld en de grap bekend gemaakt. De grap was in samenwerking met de televisiemaker NCRV in scène gezet.
Naar aanleiding van deze grap heeft van Tetterode het Nationaal 1-april-genootschap opgericht dat vanaf 1963 jaarlijks een bronzen loeres uitreikte voor de beste grap, niet alleen van 1 april, maar van het hele afgelopen jaar. Het genootschap stelde zich ten doel de humor in brede zin te bevorderen en heeft haar bekroningen na 1968 nog uitgebreid. Na de dood van Van Tetterode in 1996 hielden de activiteiten op en is het genootschap opgeheven.
1-aprilviering in Den Briel
In Den Briel wordt sinds 1966 jaarlijks op 1 april de bevrijding van de stad door de watergeuzen in 1572 gevierd en als historisch kostuumstuk nagespeeld. Tot die tijd werd de historische gebeurtenis, eerst als eeuwfeest en later achtereenvolgens als vijftig-, vijfentwintig en vijfjarig jubileum herdacht. Het feest heeft sinds 1966 een steeds professioneler karakter gekregen.
In elk land lijkt er een ander verhaal achter hun feestdag te schuilen.
In Duitsland zou er op 1 April 1531 een muntherschikking doorgevoerd worden. Toen deze uitbleef, werden vele Duitse speculanten pijnlijk bij de neus genomen. Doordat ze massaal goud hadden aangekocht, stortte de goudprijs in elkaar.
De Russen hebben het over Dyen’ Doeraka, letterlijk vertaald: de dag van de dommerik
In Frankijk heet 1 april poisson d’avril.
In Vlaanderen heet een een geslaagde 1 aprilgrap “een aprilvis”.
De Amerikanen hebben weer een hele andere verklaring voor het gekke gedrag op de eerste van april.
Sinds het eind van de negentiende eeuw worden er aprilgrappen in kranten gemaakt. Een van de eerste spotberichten verscheen in de London Evening Standard in 1846: de aankondiging van een grote ezelshow, die op 1 april zou worden gehouden.
Jaren 60
In het Nederlands Journaal werd op 1 april aangekondigd dat de toren van Pisa was omgevallen. Dit ontlokte veel reacties van geschrokken en treurende mensen.
1969 – Het Nederlandse Journaal meldde dat op 1 april een grote landelijke actie zou worden gehouden om zogenaamde ‘zwartkijkers’ op te sporen, mensen die hun kijk- en luistergeld niet hadden betaald. Controleurs zouden met een scanner door de straten rijden om overtreders te betrappen. “Of daar niets tegen te doen zou zijn”, vroeg een journalist. “Nee”, was het antwoord van een controleur, want hij kon zich niet voorstellen dat men zijn televisietoestel in aluminiumfolie zou wikkelen, want dan zou de voorbijrijdende controledienst met hun scanner niets kunnen uitrichten. De volgende dag was al het aluminiumfolie in de winkels binnen enkele uren uitverkocht… en toen dachten ze dat inpakpapier ook wel zou helpen.
Jaren 70
1976 – De BBC zond op één van haar radiozenders een interview uit met de deskundige Patrick Moore, die aankondigde dat de planeten Jupiter en Pluto die dag heel even, om precies 9.47 uur, op één lijn zouden staan (Pluto zou dus vanaf de aarde beschouwd achter Jupiter wegschuiven). Daardoor zou de zwaartekracht tijdelijk iets verminderen. De geleerde heer vertelde erbij dat wie op dat moment omhoog zou springen, iets geweldigs zou ervaren. Vlak na de uitzending belden honderden mensen naar de BBC, om te vertellen dat ze hadden gesprongen en wat een aparte beleving dat was geweest. Eén vrouw zou hebben verteld, dat ze met elf mensen in een kamer boven de grond had gezweefd.
Jaren 80
1981 – De Britse Daily Mail berichtte dat de organisatoren van de bekende Londense marathon een Japanse deelnemer kwijt waren. Ze hadden ontdekt dat hij door een vertaalfout in de brief, die hij van hen had gekregen moet hebben begrepen dat de race niet over 26 mijl ging, maar 26 dagen zou duren. Hij zou al dagen aan het lopen zijn… ergens in Engeland. De krant huurde een (Japanse) hardloper in om op die dag een aantal plaatsen door te lopen. Nadat het publiek hem in St. Albans had ontdekt, probeerden veel mensen hem daar tot stoppen te bewegen.
1983 – Het Jeugdjournaal maakt melding van de invoering van belasting op zakgeld voor kinderen.
Bronnen:
Wikipedia
Bron Meertens Instituut
Cultuurnet
Planet XL Special
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.