Jantje en Keesje die gingen naar bakker,
Jantje droeg het mandje en Keesje het geld.
Jantje zei de boodschap en Keesje gaf de centjes,
Netjes op de toonbank uitgeteld.
Jantje en Keesje die kregen van de bakker
Allebei een koekje dat lustten ze wel.
Jantje zei hap hap en het koekje was verdwenen,
Keesje zei beleefd ik dank u wel.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.