1930-1945 Rol van Franco en Spanje



Francisco Paulino Hermenegildo Teódulo Franco y Bahamonde Salgado Pardo (El Ferrol, 4 december 1892 – 20 november 1975) kortweg Francisco Franco Bahamonde, en beter bekend als generalísimo Francisco Franco was een Spaans dictator van 1939 tot zijn dood in 1975. Hij stond bekend als el caudillo (“de leider”).

Francisco Franco maakte in de jaren ’20 onder de dictatuur van Primo de Rivera carrière bij het Spaanse leger in Marokko. Onder de republiek was hij onder meer gouverneur van de militaire academie van Zaragoza. In het najaar van 1934 stuurde de rechtse regering van dat moment hem naar Asturië om de bezetting van de kolenmijnen door de anarchistische mijnwerkers te beëindigen. Generaal Franco gebruikte daarbij grof geweld en richtte een bloedbad aan.

Toen in februari 1939 het Volksfront de verkiezingen won, deed Franco een beroep op de nieuwe premier Manuel Azaña om de staat van beleg uit te roepen, wat deze weigerde. In plaats daarvan stuurde hij Franco als gouverneur naar de Canarische eilanden, een veredeld soort ballingschap.

Vanuit het toenmalig Spaanse deel van Marokko begon hij de Spaanse Burgeroorlog, die tot 1939 zou duren en veel mensenlevens zou eisen. Franco werd actief gesteund door het fascistische regime van Mussolini in Italië en het nazistische regime van Hitler in Duitsland. De laatste zond zelfs een deel van zijn luchtmacht naar Spanje die een onderdeel vormde van het Condorlegioen. Ook de machtige kerk stond aan Franco’s kant. De andere zijde in deze oorlog die wel als voorspel van de Tweede Wereldoorlog gezien wordt, werd onder andere door de communisten en de Sovjet Unie gesteund.

Hoewel Franco won, was hij niet bereid aan de kant van zijn mede-fascisten aan de Tweede Wereldoorlog deel te nemen. Hij achtte daar Spanje te veel voor verzwakt. Hij stond de Duitsers zelfs niet toe, om over het Spaanse grondgebied op te rukken naar Gibraltar. Hij stuurde in 1941 wel de Blauwe Divisie naar het Oostfront die echter weer in 1943 teruggehaald werd, toen het duidelijk werd dat de geallieerden aan de winnende hand waren. Maar binnenlands richtte hij de staat in naar fascistische snit: hijzelf als Leider aan het hoofd van een nationale partij, de Falanga Española Tradicionalista y de las JONS (FET).

Na de Tweede Wereldoorlog begon Franco de bakens te verzetten. Om te beginnen werd in 1947 in naam de monarchie hersteld. Verder rangeerde de Caudillo zijn zwager, de extremist Serrano Suñer, op een zijspoor. Zo maakte hij zich, in de verhoudingen van de Koude Oorlog, aanvaardbaar als partner voor de Verenigde Staten, vooral toen daar de Republikeinen aan de regering kwamen. Maar de Europese bondgenoten verhinderden dat Spanje, zoals dat wel met het Portugal van Salazar gebeurd was, lid kon worden van de NAVO. Ook de EEG (later de EU) stond erop dat Spanje slechts dan lid van Europa kon worden als het democratisch werd.

Onder zijn bewind werd iedere vorm van oppositie hardhandig de kop ingedrukt, maar kende Spanje ook een periode van betrekkelijke stabiliteit. De toegenomen welvaart in de jaren zestig leidde tot een nieuwe middenklasse die naast economische ook meer politieke vrijheid ging eisen. De laatste vijf jaar nam de kritiek op Franco sterk toe. Toen Franco in 1975 op 82-jarige leeftijd overleed kwam een einde aan een der laatste dictaturen in West-Europa.

Franco had zijn opvolging goed voorbereid. Al in 1973 had hij de dagelijkse leiding van de regering overgedragen aan een premier, Louis Carrero Blanco. Deze kwam echter zes maanden later bij een spectaculare ETA-aanslag om het leven. Daarnaast had hij de kleinzoon van de laatste koning van Spanje, Juan Carlos, jarenlang voorbereid op de opvolging. Twee dagen na zijn dood werd deze beëdigd als koning van Spanje. Hoewel hij een vertrouweling was van Franco stuurde hij toch al gauw onverwacht aan op herstel van de democratie en de federalisering van Spanje.

De aanhang van de caudillo is na zijn dood snel geslonken. Zijn volks-fascistische volgelingen werden gemarginaliseerd; zijn uiterst rechtse gunstelingen zoals Fraga werden weggepromoveerd naar de uithoeken van het land. Straten en pleinen die vernoemd waren naar Franco en andere kopstukken uit de Franco-tijd, kregen andere namen. Op 17 maart 2005 werd het laatste standbeeld van Franco in Madrid uit het straatbeeld verwijderd. 

Naar volgende pagina

Naar vorige pagina

Terug naar 1930-1945

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten