Home / Liedjes / Aan het strand van de Zuiderzee

Aan het strand van de Zuiderzee

(tekst: Bruggeman/muziek: D. Postema/uitvoering: De Staatzangers)

Aan de Zuiderzee, aan ’t stille strand,
Woont het liefste kind van het heele land,
Ik houd niet zoo’n beetje van haar,
Zij houdt van mij.
Met haar kanten kapje en klompjes aan,
Kan geen ander in haar schaduw staan,
Ik zag de mooiste heinde en ver
Maar geen lief als zij.

Refrein:
Aan het strand van de Zuiderzee,
Zuiderzee, Zuiderzee,
Wacht mijn bovenste, beste Kee,
Wacht mijn Kee.
Veel juweelen in Amsterdam,
Amsterdam, Amsterdam,
Maar geen twee als de ogen van Kee
Aan de Zuiderzee.

Ben je zooals ik een echte waterrot,
Och dan is naar zee gaan je gewone lot,
Kee zag het in en zei:
‘Je doet maar mijn jong.’
Maar toen ’t ajuus kwam, houd je goed,
Werd het ook bij Kee een tranenvloed.
’t Leek me aan boord precies
Of mij de zee toezong:

Refrein

Eindelijk komt er een dag misschien,
Dat ik eindelijk mijn Kee terug zal zien,
Dan gaan wij samen wonen,
Ergens ver aan zee.
En zijn wij eens getrouwd, dan wordt ’t gauw
Trekken wat je kan aan ’t wiegetouw.
Jongens ik verlang zoo naar
Mij goeie beste Kee.

Refrein

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten