Home / Liedjes / Als ik tweemaal met mijn fietsbel bel
6607

Als ik tweemaal met mijn fietsbel bel

(tekst: J. Bess/muziek: C. Woldendorp:/uitvoering: Max van Praag)

Zij waren nog pas zestien en op de HBS
Zij gaf hem chocolaadjes, hij maakte vaak haar les
Hij kwam haar altijd halen, maar pa had veel bezwaar
Zo werd een list verzonnen, en zei hij zacht tot haar:

Refrein:
Als ik tweemaal met m’n fietsbel bel
Nou dan weet je het wel, nou dan weet je het wel
Als ik, tweemaal met m’n fietsbel bel, dan wacht ik voor de deur
Dan ren je naar het venster toe en kijk je door de ruit
Je tikt (klop klop) en knikt ‘ja, ja’, dan rijd ik vast vooruit
Als ik tweemaal met m’n fietsbel bel
Nou dan weet je het wel, nou dan weet je het wel
Als ik tweemaal met m’n fietsbel bel
Dan betekent dat: ‘Kom snel’

Zij werd een jongedame en hij een jongeman
En als hij haar kwam halen, zei ma er niets meer van
Maar vroeg zij bij een afspraak: ‘Weet je hoe laat je komt’
Dan was nog net als vroeger het antwoord altijd prompt:

Refrein

Zij gaven na een tijdje elkaar hun woord van trouw
En leven nu al jaren tevree als man en vrouw
Maar als hij van kantoor komt, dan dreigt het scheef te gaan
Want doet zij niet gauw open, geeft hij haar te verstaan:

Als ik tweemaal met m’n fietsbel bel
Nou dan weet je het wel, nou dan weet je het wel
Als ik tweemaal met m’n fietsbel bel, dan hang ik voor de deur
Dan hol je daad’lijk naar de trap en ruk je aan het touw
Je zoekt m’n toffels en m’n krant, daarvoor ben je mijn vrouw
Als ik tweemaal met m’n fietsbel bel
Nou dan weet je het wel, nou dan weet je het wel
Als ik tweemaal met m’n fietsbel bel
Dan betekent dat: ‘kom snel’

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten