Met dank aan Ilse Steel voor het schrijven van dit artikel.
Met dank aan Ilse Steel voor het schrijven van dit artikel.
Italianen zochten al vroeg hun geluk buiten de grenzen. Tot aan de Eerste Wereldoorlog verkochten ze hun ijs in Duitsland en Centraal Europa. Daarna verlegden zij hun werkterrein naar Nederland. Maar het duurde even voordat de Nederlanders warm liepen voor de koude lekkernij. Het is ongelooflijk, maar Nederlanders moesten ooit weinig hebben van ijs.
IJs werd in de beginjaren in Nederland bij banketbakkers verkocht. IJs ging in een glas of je kreeg een plak op een stuk papier (ijstablet).
Na de Eerste Wereldoorlog (1914 -1918) kwamen de eerste Italiaanse ijsverkopers naar Nederland. Daar bleken ze hun zoete product niet te kunnen slijten. “Wat de boer niet kent, dat vreet ‘ie niet”, ging letterlijk op. Uiteindelijk besloten ze gratis hun ijs uit te delen. Dat hielp. De zuinige Nederlanders konden het gebaar waarderen en ontdekten zo dat ijs toch wel érg lekker was.
Veel grondstoffen waren na de Eerste Wereldoorlog in Nederland op rantsoen. De concurrentie was hevig en de prijzen waren laag. Om kosten te besparen gingen in diverse steden banketbakkers ertoe over zich te verenigen in zogenaamde “ijscompagnieën”. Ze kochten de ingrediënten gezamenlijk in en het ijs werd op een centrale plaats vervaardigd. Op die manier konden de toegewezen rantsoenen beter worden benut. De eerste ijscompagnie werd in 1916 opgericht in Utrecht. Andere steden volgden. De ijsverkopers werden ijscomannen bij wie je een ijsco (afkorting van ijscompagnie) kocht.
De ijscompagnie had hygiëne voorop staan. De wafel werd geïntroduceerd en bleek ook uit hygiënisch oogpunt voordelen te hebben. Glazen, die alleen even met koud water afgespoeld werden, waren niet meer nodig; net zoals het onhygiënische papier.
Kort na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werd een ijsje halen zelfs de populairste vorm van buitenshuis eten. De grondstoffen waren nog op de bon, waardoor een geliefde ijssalon als De Lorenzo in Utrecht maar een half uur per dag open kon. Het was er dan zo druk dat een portier de klanten in bedwang moest houden.
Veel ijscomannen deden dit werk in de zomer als bijverdienste. Ze maakten het ijs bijvoorbeeld klaar in schuurtje. Als kind ging je dan steeds vragen wanneer er ijs zou zijn. Zodra het moment daar was snelde je er op af met bijvoorbeeld 5 cent in je knuistjes.
Maak deze leuke woordzoeker met allerlei zomerse woorden. Weet u wat de oplossing van de puzzel is?
Klik hier voor de oplossing van de puzzel.
Hieronder enkele suggesties voor leuke zomerse uitstapjes.
Wat moet u doen om de kleurplaten af te drukken? Klik op de betreffende figuur. De figuur verschijnt nu in een nieuw venster. Klik vervolgens op de printer boven in de balk/menu van uw browser.
Veel plezier!
Geschreven door: Ilse Steel
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.