De storm jaagt door de lage landen
en ’t woelend water der rivier
bespringt de sidderende dijken
en brult als een bloedgierig dier
En als dan zwart de nacht gaat vallen
en ’t alom kreunt en kraakt en gromt
weerklinkt opeens een rauwe angstkreet
het water komt – het water komt
[Refrein:]
Als het water op komt zetten
kruipend als een kille dood
langs je voeten, langs je benen
langzaam door je kleren henen
Dan beseffen klein en groot
wat het is: een watersnood
De landman hoort zijn hoeve kraken
Het water wast met woest geraas
Het vee breekt los, en stormt naar buiten
en ’t loeit wanhopig om de baas
Maar hij moet vrouw en kinderen redden
zij vluchten gek van schrik en smart
De laatste doodskreet van hun beesten
die snijdt hen als een mes door ’t hart
Als het water op komt zetten
kruipend als een kille dood
langs je voeten, langs je benen
langzaam door je kleren henen
Dan beseffen klein en groot
wat het is: een watersnood
Terwijl men angstig klaagt en jammert
houdt daar opeens een auto stand
’t Is onze Landsvrouw, die komt troosten
haar kinderen van ’t verdronken land
Zij brengt weer glans in veler ogen
Haar woord van troost maakt zoveel goed
Maar Gij, die zijt bespaard gebleven
tast in Uw beurs – het moet – het moet
Als het water op komt zetten
kruipend als een kille dood
langs je voeten, langs je benen
langzaam door je kleren henen
Dan beseffen klein en groot
wat het is: een watersnood
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.