
Ma, och geef mij een paar centen
Buiten staat een arme man
Hij heeft honger en hij zegt mij
dat hij niet meer werken kan
Kassian, hij kan niet lopen
bei zijn benen is hij kwijt
afgeschoten in de oorlog
hier mijn kind, geef hem dit kwartje
en dit bordje rijst met vis
zeg hem dan dat hij mag komen
iedere week als het zondag is.