Geen hout meer in de schamele hut
Geen vuur, geen stukje brood
Geen mens die aan het huisgezin
Een hand tot redding bood
De vader kwam van armoe om
Alleen bleef d’ arme vrouw
De kinderen schreiden van gebrek
Verkleumd en stijf van kou
We hebben honger moederlief
Het is vandaag zo koud
Ze drukt haar kinderen aan haar hart
Gaat schreiend naar het woud
Ze sprokkelt onder kou en ijs
Het dorre hout, en moe
Keert zij met haren zware last
Weer naar de woning toe
Voor d’ ene helft stookt zij het vuur
Voor d’ andere helft koopt zij brood
Goddank voor heden geen gebrek
God helpt steeds in de nood
Ze sleept zich moe, gaat zingend voort
Maar eensklaps zinkt zij neer
Dor smart en honger uitgeput
Helaas zij is niet meer
Gelijk een lijkkleed dekt de sneeuw
Haar lichaam zo gij ziet
Door smart en honger uitgeput
Ze hoort haar kinderen niet
‘Ach kinderen’ was haar laatste woord
Terwijl zij d’ ogen sloot
De kleinen aan het hart zo bang
Wie geeft hun hout en brood
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.