Vriend ik ben tevreden, ‘k leef hier blij en stil;
Wat mijn lot mag wezen, ‘k voeg mij naar Gods wil.
Menigeen heeft weelde, baadt zich in genot,
Maar ik ben tevreden met mijn weg en lot.
Schittert al geen kustlicht in mijn kleine kluis,
Komen vreemde wijnen nooit bij mij in huis,
Goed gaf mij tot hiertoe steeds mijn daag’lijksch brood,
‘k Ben daarmee tevreden en had nimmer nood.
Ben ik in den vreemde ganschelijk onbekend,
En aan titels, orden evenmin gewend,
Toch ben ik voor adel van de ziel niet koel,
Maar heb voor mijn naasten warm en diep gevoel.
Dekt mij straks geen marmer, als ik rust in ’t graf,
Ik verlang geen teeken, kroon of maarschalkstaf.
Geef mij voor dien luister, die voorbij zal gaan,
Straks een zalig sterven en een vriendentraan.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.