’t Kleine moedertje stond bevend
Op het telegraafkantoor
Vriendelijk sprak de ambtenaar: ‘Juffrouw
Aanstonds geeft Bandoeng gehoor.’
Trillend op haar stramme benen,
Greep zij naar de microfoon
En toen hoorde zij, o wonder,
Zacht de stem van haren zoon.
Refrein:
Hallo, Bandoeng
‘Ja moeder, hier ben ik’
‘Dag lieve jongen,’ zegt zij, met een snik
Hallo, hallo
‘Hoe gaat het ouwe vrouw?’
Dan zegt ze alleen
‘Ik verlang zo erg naar jou.’
‘Lieve jongen,’ zegt ze teder
‘Ik heb maanden lang gespaard
’t Was me, om jou te kunnen spreken
M’n allerlaatste gulden waard.’
En ontroerd zegt hij dan: ‘Moeder
Nog vier jaar, dan is het om
Oudjelief, wat zal ‘k je pakken
Als ik weer in Holland kom.’
Refrein
‘Jongenlief,’ vraagt ze, ‘hoe gaat het
Met je kleine, bruine vrouw.’
‘Best hoor,’ zegt hij, en wij spreken
Elke dag hier over jou.
En m’n kleuters zeggen ’s avonds
Voor ’t gaan slapen ’n schietgebed.
Voor hun onbekende opoe
Met ’n kus op jouw portret.’
Refrein
‘Wacht eens, moeder,’ zegt hij lachend
”k Bracht mijn jongste zoontje mee.’
Even later hoort ze duidelijk
‘Opoelief, tabee, tabee.’
Maar dan wordt het haar te machtig
Zachtjes fluistert ze: ‘O Heer
Dank, dat ‘k dat heb mogen horen.’
En dan valt ze wenend neer
Hallo! Bandoeng
‘Ja moeder, hier ben ik.’
Zij antwoordt niet, hij hoort alleen ’n snik
‘Hallo, hallo’ klinkt over verre zee
Zij is niet meer
En het kindje roept: ’tabee’
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.