Hij hoort bij de zij, zij hoort bij de hij,
Anders was ’t gedaan met die vrijerij.
Bij de vrijerij hoort de maneschijn,
Daarom moet je altijd met zijn tweeën zijn.
Refrein:
Het is geen gein, in de maneschijn,
Helemaal alleen in je eentje.
Je liefdeswoord, wordt toch niet gehoord,
Helemaal alleen in je eentje.
Je kijkt toch niet in je eigen fieselemie,
Je geeft je zelf geen zoen.
En zit niet op je eigen knie,
Je zingt toch niet je zelfde liefdeslied,
Helemaal alleen in je eentje.
In de achtersteeg, grote chimpansee,
En zelfs de poging in zijn eenzaamheid.
Maar ze gaven gauw, een dik behaarde vrouw,
Toen wilde ze toch wel en zong verblijd:
Refrein
Ieder jaar in Maart, roert de kat zijn staart,
Je hoort de hele nacht miauw, miauw.
De kater hoort zijn stem, en weet het is voor hem,
En hij roept terug, miauw, miauw kom gauw.
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.