Je zult misschien verwonderd wezen,
Als je van mij nog wel iets hoort.
Het is een heel gewone kwestie,
Dus stel je er maar niets van voor.
Je hebt, dat zul je heel goed weten,
Het helemaal bij mij verbruid.
Al schrijf ik je nu nog een briefje,
Met ons is het uit.
Toen ik van jou ben weggelopen,
Omdat je zo jaloersig deed,
Toen nam ik, maar dat was per ongeluk,
Een klein portretje van je mee.
Het zou verloren kunnen raken,
Als ik het in dit briefje sluit,
Maar ik wil het toch niet langer houden,
Met ons is het uit.
Je hebt zoals ik zelf gezien heb,
Je met een ander al getroost.
Je scheen je wel voor haar te schamen,
Want anders had je niet gebloosd.
Nu als ik ook oprecht moet wezen,
Je zocht ze vroeger mooier uit.
Afijn, ’t kan mij geen zier meer schelen,
Met ons is het uit.
Ik heb kennis in die tijd gekregen,
Aan mijn overbuurman de student,
Hij had al lang om mij gelopen,
’t Was een echte knappe vent.
Maar nu de een en dan de ander,
Dat heeft me toch allang gestuit,
Ik kon niet aardig voor hem wezen,
Nu is het weer uit.
Als je het portretje terug wilt hebben;
Ik heb er netjes op gepast.
Ik sta er dikwijls naar te kijken,
Staat in een lijstje op mijn kast.
Kom het dan deze week maar halen,
Je weet hoe laat de winkel sluit,
Maar kom dan liefst op woensdagavond,
Want dan mag ik uit.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.