
Refrein:
O lieve Keetje, o Keetje ik heb je toch zo lief.
Keetje, dat weet je je bent mijn hartedief.
Keetje, o Keetje dit is geen flauwe mop,
Maar als ik jou niet krijg dan hang ik me op.
Keetje is de mooiste meid die er bestaat op aard,
Al is ze ook wat tanden kwijt en heeft ze ’n beetje baard.
Haar ene been dat is van hout, het andere een beetje krom,
Maar daar maal ik niet om,
Wie daar op let is dom,
Ik min haar tot mijn dood,
Al heeft ze een houten poot.
Refrein
Als ik met Keetje trouwen ga, dat zal me een bruiloft zijn,
Ik huur de hele opera, de zaal is nog te klein.
Want de familie is zo groot van Keetje en van mij,
En daar komt dan nog bij,
Wat ik u nog niet zei,
Dat zij als jonkvrouw leeft,
Maar toch zes kinderen heeft.
Refrein