Ach moesjelief waar gaan wij henen?
Ik ben zoo moe ik kan niet meer.
Komt laat ons hier maar even rusten
En zet u op dien grashoop neer.
Ach zeg mij toch waar blijft mijn paatje,
Of heeft hij u soms leed gedaan?
De moeder voelde toen de smart,
En drukte het stevig aan haar hart.
Refrein:
Ziedaar ginds die brand,
Het is ons Belgenland.
Moge God ons sparen,
Uw paatje te bewaren.
Wij hadden toch niets misdaan,
Wij leefden daar tezaam.
Ik ben niet meer moe,
Wij gaan naar paatje toe.
De nacht was koud de stormwind loeide,
Op straat zag men geen menschen meer.
Zie slechts een arm knaapje loopen,
Die lucifers aanbood mijnheer.
Daar komt een heer in pels gedoken,
De stoep af van de sociteit.
Z’n handen in zijn zak gestoken,
De kleine fluisterd in tranen uit.
Refrein
O zwijg nu stil mijn liefste kleine,
Ach hoe kom ik aan de huur.
Ik kan niet vragen ook niet bedelen,
Ik heb geen eten en ook geen vuur.
Zou er voor ons geen uitkomst komen?
Waar blijft dan nu het Hollandsch hart?
En ach de moeder voelde smart,
En ook de kleine weende zacht.
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.