
Ik zag laatst in het kamp van de zigeuners
Een kleine jongen, die maar stil te staren zat,
Hij was ver, heel ver met zijn gedachten,
En hij droomde, maar ik weet niet, wat,
Ik heb er naar gegist
En wou dat ik het wist!
Refrein:
Kleine Zigeunerjongen
Waarvan zit jij te dromen,
Is het van je verre vaderland
Van puszta misschien.
Zou je die weer graag eens zien,
Je zegt het niet
Maar in je ogen is verdriet,
Kleine Zigeunerjongen,
Waarvan zit jij te dromen
Van ’t verleden misschien,
Maar dat is voorbij.
Wat geweest is, zal nooit meer komen
Waarvan droom je, mijn jongen
Waarvan droom jij.