Mijn lieve marie
‘k Moet u mijn smart verklaren
‘k Wordt zinneloos van verdriet
Mijn vreugde is heengevaren
Mijn geluk is teniet
Mijn vrouw heeft mij verlaten
Wijl ik was op mijn werk
Kas, tafel, bed en stoel
Stoof, pispot geheel den boel
‘k Zag niets als nake muren
‘k Stond verward als in nen poel
Refrein:
Kom Marie, kom Marie
Kom Marie ik zal het u vergeven
Keert toch weer liefste teer
’t Is maar u dat ik zo geerne zie
Kom Marie o wat spijt ‘k ben ze kwijt
Zonder haar kan ik niet blijven leven
Kom toch weer Marie
Vertroost uwen Henrie
Want ik zie u geerne
‘k Zal haar portret beschrijven
Vrienden wie weet misschien
Moest gij elders verblijven
Zoudt gij haar kunnen zien
z’ Heeft korte roste haren
Het voorhoofd smal en lang
Ogen van bosuilen
Ik ben er soms zelf van bang
Neus van een olifant
Mond groot als een wasmand
En in dat lieflijk mondje stond
Geloof ik een tand
Refrein
z’ Heeft haar gelaat vol sproeten
De oren van een zwijn
Moest u haar soms ontmoeten
Zij naamt Marie Bormijn
Ook heeft zij dikke lippen
Als korteletten zo groot
Altijd loopt zij al wippen
’t Is juist Pietje de dood
z’ Heeft een lange kin
Zo scherp als een pin
z’ Heeft ook roste moestachen
Als een oude kattin
Refrein
‘k Zie mijn Marie zo geren
Ik wou dat ik haar weer vond
Soms krijgt ze wel wat smeren
Dat haren kop draait rond
Maar snel is dat vergeten
Als de twist is voorbij
Dan gaan we spoedig nemen
Een flinke smulpartij
Dan drinken wij ons zat
Ik en mijn liefst schat
Dat we liggen te rollen
Op de grond als ne patat
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.