Op een avond op het strand, zat ik daar met mijn oude gitaar.
Met mijn knie in het zand, zong ik een liedje voor haar.
En de zilveren maan keek ons aan, achter een wolkje vandaan.
Ja, die avond aan het strand die vergeet ik nooit meer.
Ben nu jaren getrouwd, aan de muur hangt mijn oude gitaar.
Als mijn vrouw op me snauwt, springt er telkens een snaar.
Spelen doe ik niet meer, want mijn vrouw die speel eerste viool.
En de vreugd’ van weleer stinkt naar uien en kool.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.