Stille nacht, heilige nacht,
toe maar kindje sluimert zacht.
Want als je zoetjes nu slapen gaat
en je dan morgen weer heel vroeg op staat,
wacht je een heel groot plezier,
krijg je een kerstsouvenir.
Stille nacht, heilige nacht,
kindje slaapt, kindje lacht.
’s Morgens ontwaakt ze voor dag en voor dauw,
vraagt aan mamaatje ‘Hé waar is het nou?
Of is ’t misschien nog niet hier,
dat mooie kerstsouvenir?’
Stille nacht, heilige nacht,
‘wees gerust, schatje wacht.
Paatje aan ’t front heeft ’t stellig beloofd,
maar als je maatje misschien niet gelooft,
neem dan maar pen en papier,
schrijft om je kerstsouvenir.’
Stille nacht, heilige nacht,
kindje schrijft wat het dacht.
Maatje vindt goed dat ik schrijvend U vraag,
wat ik het liefste wil hebben vandaag.
’t Liefste dat paatje komt hier,
bij mij als kerstsouvenir.
Stille nacht, heilige nacht,
eenzaam staat daar ginds op wacht,
Paatje aan ’t front, leest in den innigen brief,
’t vurig verlangen zijns kindeken lief.
Denkt aan zijn thuis hem zoo dier,
zus… en haar kerstsouvenir.
Stille nacht, heilige nacht,
duizenden mannen omgebracht.
In ’t gevecht in het heetst van den strijd,
sneuvelde het paatje van den kleine meid.
Offert voor ’t Vaderland fier,
kindeke’s kerstsouvenir.
Stille nacht, heilige nacht,
’t doodsbericht wordt thuis gebracht.
Maatje sterft plotseling op dit bericht,
heel alleen staat nu ’t lief’lijke wicht,
schreiend ‘ach moeke kom hier,
is dat nu mijn kerstsouvenir?’
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.