Wijs mij dat bloemke blauwe
 Als gij het ergens ziet
 In beemd of groene gouwe
 Het heet: Vergeet-mij-niet
 Ik kon het nergens vinden
 ’t Verdween op enen maal
 Door rijp en koude winden
 Verkleurde ’t en werd vaal 
 
Het bloemke dan ik minne
 Is bruin, groeit in het riet
 Het is zo zacht van zinnen
 Het heet: Heb mij toch lief
 Het is ruw afgebroken
 Diep in het harte mijn
 Mijn lief heeft mij verstoten
 Hoe kan ik vrolijk zijn
 
Mijn hart dat zucht in kommer
 Dat ’t zó vergeten leit
 Nu hoop ik op de zomer
 En op de Meietijd
 De winter gaan vluchten
 De sneeuw niet blijven kon
 ‘k Omarm weer in genuchten
 Mijn lief in zomerzon