Home / Liedjes / Zuiderzee ballade

Zuiderzee ballade

Schrijver: Willy van Hemert
Componist: Joop de Leur
Jaar gepubliceerd: 1959

Opa, kijk ik vond op zolder
Een foto van een oude boot
Is dat nog van voor de polder
Van die oude vissersvloot

Jochie, dat is een gelukkie
‘k Was dat prentje jaren kwijt
‘k Heb nu weer een heel klein stukkie
Van die goeie ouwe tijd

Daar is het water, daar is de haven
Waar je altijd horen kon
We gaan aan boord
De voerman laat er nu paarden draven
En aan de horizon ligt Emmeloord

Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
Zuiderzee heet nu IJsselmeer
Een tractor gaat er nu greppels graven
‘k Zie tot de horizon geen schepen meer

Kijk die jongeman ben ikke
Ja, ikke was de kapitein
Hiero, en die grote dikke
Ja, dat moet Malle Japie zijn

Opa, en die blonde jongen
Vooraan bij de fokkeschoot
Opa, zeg nou wat, die jongen…
Is je ome, die is dood

In ’t diepe water, ver van de haven
In die novembernacht, voor twintig jaar
Door ’t brakke water is hij begraven
Als ik nog even wacht zien wij elkaar

Toen ging de zee zo tekeer
In een razend verweer
Ongestraft slaat niemand haar neer
Nu jaren later hier paarden draven
Zie ik de hand en macht van onze Heer

Waar is het water, waar is de haven
Waar je altijd horen kon: We gaan aan boord
De voerman laat er zijn paarden draven
En aan de horizon ligt Emmeloord

Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
’t Water ligt nu achter de dijk
Waar eens de golven het land bedolven
Golft nu een halmenzee, de oogst is rijp

Een Nederlands lied dat werd geschreven ter gelegenheid van de dijkaanleg om oostelijk Flevoland in 1958. Was voor het radioprogramma 'Het Is Volbracht'. De originele uitvoering werd gezongen door Oetze Verschoor en Sylvain Poons. Het lied bereikte in 1962 de 18e plaats van de Top Veertig en bleef vier maanden in de hitlijsten genoteerd.