Hei molentje, molentje hoog in de wind
Wat sta je weer dapper te draaien
Je doet of je ’t eindloos noodzakelijk vindt
Het licht van de zomer te draaien
Je kijkt naar de zon en je denkt : wat een schat
Wat een schat laat ik daad’lijk beginnen
De zon is van goud en het licht is een pracht
Ja, laat ik maar vlug gaan beginnen
Je wieken bewegen en vliegen en vegen
Hun schaduwen over de grond
De stenen die dreunen en draaien en steunen
En komen al komen al kreunende rond
Maal verder, maal verder, maal stevig en straf
Je werken blijft toch onbegonnen
Het licht van de zomer, dat maai je niet af
Het licht van de zomerse zonne
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.