
Wakk’re jongens, Hollands trots
Waar ons hart van kan verdagen
Als ge ’t rappe lijf durft wagen
In het woedend golfgeklots
Die gevaren vreest noch dood
Als ge redden kunt uit nood
Die gevaren vreest noch dood
Als ge redden kunt uit nood
’t Grove buis om forse borst
Dekt een harte vol erbarmen
Als g’een drenk’ling in uw armen
Door de wilde branding torst
Als ge vrouw en kind vergeet
Bij des scheep’lings bangen kreet
Als ge vrouw en kind vergeet
Bij des scheep’lings bangen kreet
’t Is een stuk, Oud-Holland waard
Brave mannen in den lande
Trouwe wachters op de stranden
Moogt ge lang nog zijn gespaard
Als geen mens je namen weet
‘k Denk dat God ze niet vergeet
Als geen mens je namen weet
‘k Denk dat God ze niet vergeet