Van zelf, als de vogel zijn morgenlied fluit,
Zoo dringt ook de zangtoon den boezem mij uit.
Ik dank voor de spraak, die de woorden mij schiep,
Maar als ik ze zing, dan eerst voel ik ze diep!
‘k Wil zingen als d’ ochtend aan d’ arbeid mij ziet,
Hoe rept zich de hand op de maat van het lied!
De borst wordt er ruim bij, vol vroolijken moed,
En ’t werk is voltooid, eer ik zelf het vermoed!
Slechts dan als ik kwaad denk of kwaad heb gedaan,
Dan wil ’t met zingen van harte niet gaan.
Al klinkt ook het lied met vervaarlijk geluid,
De vreugd is geweken, de ziel is er uit!
Ons lied zij zoo rein en zoo zuiver ’t akkoord,
Dat aarde noch hemel er wanklank in hoort.
Een troost rijke gave uwer goedheid o Heer!
Met dankbare blijdschap gewijd aan Uw eer!
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.