Een ezeltje uit Zanzibar,
Liep zingend voor een groentekar.
Zijn oren wuifden in de wind,
En aan zijn staartje zat een lint.
I_A was zijn naam en hij hield van zingen,
Maar wat hem hinderde was dit:
Hij had tussen goeie en slechte dingen,
Een keihard klepperend gebit.
Ik zing mijn lied het liefst als solo.
Klepperde klepperde klep klep.
Ik zing de ezel-ca-calipso,
Klepperde klepperde klep.
Ik weet gewoon niet wat ik heb
Ik zing maar steeds van klip klap klep
Ik weet niet waar het hem in zit
Ik hoor alleen maar mijn gebit
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.