’t Is buiten guur en binnen koud
Ach had ik maar een stukje hout.
Arm moedertje zit heel alleen
met ’n paar kleuters om haar heen.
’t Is verjaardag van kleine Jan.
“‘k Wou dat pappie nu maar kwam.
Die zit natuurlijk weer in de kroeg,
krijgt van het drinken nooit genoeg.”
“Ach mammie, zou ‘k ’t durven wagen,
om pappie naar huis toe te vragen?
Want op zulk een grote feestdag,
hoort pappie toch zeker bij ons?!”
Met die gedachten loopt Jan uit.
Hoort geen getoeter noch gefluit.
Een auto komt recht op hem ‘an
en overrijdt klein’ Janneman.
In de kroeg wordt hij binnengedragen
en hoort daar zijn vadertje vragen:
“Zeg Jan, hier is je vader”.
of herken je me soms niet meer?”
Langzaam slaat Jan zijn ogen op
en kijkt in vaders dronken kop.
Dan slaat hij zijn ogen neer
en fluistert voor de laatste keer:
“Ach pappie, ‘k zou je willen vragen,
om mammie nooit meer te plagen.
Dit zijn mijn laatste woorden
en we zien elkander niet meer.”
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.