Laet sang en spel, tambour en fluyt
Nu klincken tot Gods eer;
Dat orgel, chiter, harp en luyt
Oock op gae voor den Heer,
Die haest wel van ons keeren kan
Duc d’ Alve den tyran.
Gods goetheijt wesen moet vertelt,
Die noch soo voor ons sorgt,
En ons den Briel en Mase stelt
Als tot een vaste borgt,
Die haest wel van ons keeren kan
Duc d’ Alve den tyran.
De Spanjaert wert nu een gebit
In sijnen muyl geleyt;
God sy, die daer omhooge sit,
Gedanckt in een ewichheyt.
Die haest wel van ons keeren kan
Duc d’ Alve den tyran.
Ghij princen, heeren van ons land;
Maekt ons de Spanjaert quijt,
Malcandren trouwlyck biet de hand,
In Godes vrees’ altyt.
Die haest wel van ons keeren kan
Duc d’ Alve den tyran.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.