Trap-trap! trap-trap!
Wat hoor ik daar?
Sint Nicolaas zijn paardje!
Ik zag daar door den schoorsteen net
zijn mooie, witte staartje.
Trap-trap! trap-trap!
Waar draaft ie heen?
Het eerst naar zieke Keetje,
want medelij heeft Sinterklaas
met wie er ziek is, weet je.
Trap-trap! trap-trap!
Waar dan naar toe?
Naar ’t arme, oude Brechtje,
een zak vol turf, en kleeren ook,
draagt Sinterklaas zijn knechtje.
Trap-trap! trap-trap!
Dan, heel misschien
naar Broer en mij en Jantje
Kom, ‘k leg wat brood en hooi maar vast
voor ’t paardje in mijn mandje.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.