Home / Liedjes / De Rotterdamsche kuischheid

De Rotterdamsche kuischheid



Rotterdammer wil ik wezen,
Rotterdammer wil ik zijn.
Waar op aarde vindt men steden,
Even kuisch en even rein?
Nergens meer verdachte huizen.
Al die ontucht is gedaan.
Nu Van Staveren de deuren
Op ’t nachtslot heeft gedaan.

Alle oorden van verleiding,
Waar men knijpt en waar men vrijt,
Raken, door de vrees voor boete,
Langzaam-aan hun klanten kwijt.
Ook het Park en de Plantage,
Freriks, Blaak en Vrouw Romein,
Zelfs de nette Dieregaarde,
Moet dus gesloten zijn.

Rotterdam moet rijker worden,
Heeft Van Staveren gezeid.
Hij zal altijd blijven waken
Voor de eigen nijverheid.
Rotterdam voor Rotterdamsters
Heeft hij bij zich zelf gedacht,
Weg met vreemde concurrentie!
Leve eigen arbeidskracht!

Voor een jaar of twee geleden
Ging de kermis naar de maan.
En ’t zal niet lang meer duren
Of de Zandstraat is gedaan.
Zeker wordt dan nog de kraamzaal
Zendelingen-societeit.
En die arme brave bakers
Zijn hun dikste klanten kwijt.

Melksalons en taartjeswinkels
Worden ook al dicht gedaan.
Circus, Schouwburg en Casino,
Komen alle leeg te staan.
Bioscoop wordt ook verboden,
Niet om wat er is te doen,
Maar omdat er in den donker
Zooveel tijd is voor een zoen.

Als een vrijer ’s avonds kuiert
Met z’n meisje aan z’n zij,
Kan een diender aan hem vragen
Zijn verlof van vrijerij.
Als men voortaan wil gaan vrijen
Moet men eerst examen doen,
Moet men z’n diploma halen
In het Rotterdamsch fatsoen.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten