Zachtjes ademend, half in sluimer,
ligt het kind, in’t bedje klein
en het kijkt door ’t open venster,
de avondster zijn heldre schijn
en het kind begint te schreien,
strekt zijn beide armpjes uit
en roept: “Moesje, lieve moesje, pluk die mooie ster voor mij, pluk die mooie ster voor mij.”
“Onzin” bromt de vader toornig, even opziend van zijn krant,”Wat voor zonderlinge grillen, heeft toch soms zo’n kleine klant. Stel je voor miljoenen mijlen, staat die ster bij ons vandaan en in duizend jaren, kan hij om de zon slechts gaan.”
Maar de moeder troostte zachtjes,
Ga maar slapen, lieve kind,
‘k Zal die ster wel voor je plukken,
die je daar zo prachtig vindt.
Morgenochtend op je bedje vind je daar die edelsteen
en het kind gaat rustig slapen,
lachend, door zijn tranen heen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.