Home / Liedjes / De dronkaard

De dronkaard

Met dank aan Mieke Stikker voor het insturen van de tekst

Waggelend komt uit een kroegje naar buiten,
lachend om niets, nog een vrij jonge man.
Plots’ling voelt hij, dat een handje hem streelde,
’t is van zijn kind, even schrikt hij ervan.
En met oogjes, waar tranen in blonken
zegt ’t kind…
“Vadertje, kunt U dat drinken niet laten,
waarom gaat U toch weer steeds naar die kroeg?
Iedere avond zit moeder te wachten,
vragen de zusjes: “Komt vader nu vroeg?”
Zie ik de tranen op moedertjes wangen.
’t Is toch om U, dat zij schreit telkens weer.
Niemand van ons, kan Uw plaatsje ooit vervangen.
Drink toch om Godswil, mijn vader niet meer.”