’t Was een sombere nacht
zelfs geen maan hield de wacht
de noordenwind huilde langs de lijn.
In de toenemende mist
stond een treinmachinist
met zijn meisje te wachten op de trein
Hij kuste haar vaarwel
zei “terug kom ik snel”
Zijn hart sloeg van blijdschap overluid
Zijn vreugd was oprecht,
want ze had hem gezegd
dat ze woensdag wou zijn zijn lieve bruid.
De trein zong een lied
toen hij haar verliet:
de wielen herhaalden het refrein.
Hij zag als een droom
haar gezicht in de stoom,
dacht aan woensdag als hij terug zou zijn
Een wissel stond verkeerd
die hij had gepasseerd
Een fel licht
scheen recht in zijn gezicht
Hij deed een gebed
toen hij weggeslingerd werd,
want hij besefte ‘dit is mijn laatste rit’
Op de rails waar men hem vond
lag hij dodelijk gewond
Zijn gezicht was vertrokken van de pijn
Zijn stem klonk heel zwak
toen hij een boodschap sprak
voor het meisje dat nooit zijn bruid zou zijn
“Ik heb een huisje gebouwd
voor als we waren getrouwd
waar we samen gelukkig zouden zijn
Maar nu is het voor jou
want ik weet jij bleef trouw
tot we elkaar eenmaal weder zien vaarwel
tot we elkaar eenmaal weder zien vaarwel”
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.