
Pasen, Pasen, luide klinken
nu de slag van erk en vinken.
nu de stem van mens en dier!
Pasen, Pasen, wijd en fier.
wijd het licht en pint de lampen.
Laat de verse wierook dampen.
Haleluja ’t juk is af.
Van de dood en van het graf
Pasen, Pasen dwaze mannen.
Dachten hem in het graf te spannen
met Pilatus zegel merk.
Pasen, Pasen ijdel werk.
IJdel waken God almachtig
is verrezen eigen krachtig.
Haleluja door de steen.
Eer de zon in het oosten scheen.
Pasen, Pasen, luide klinken.
nu het lied van lerk en vinken
nu de stem van mens en dier.
Pasen Pasen wijd en fier.
Wijd het licht en pint de lampen.
Laat de verse wierook dampen.
Haleluja God is groot.
Over winnaar van de dood.